Gastblog door Valerie Vrancken.
Achthonderd jaar oud en hipper dan ooit. Op 15 juni 1215 vaardigde de Engelse koning Jan zonder Land de Magna Carta uit onder druk van een groep opstandige baronnen. In Groot-Brittannië en de Verenigde Staten neemt de herdenking van die gebeurtenis dit jaar grootse vormen aan. Tentoonstellingen, lezingen, festiviteiten, lesmateriaal en gadgets dienen de Magna Carta bij jong en oud bekend én geliefd te maken. Die herdenkingsinitiatieven gaan echter gepaard met een vreemde paradox: nooit gebeurde er meer onderzoek naar dit charter en toch zijn het vooral de mythes erover die doorsijpelen naar het grote publiek.
De hoeksteen van de democratie
Politici en populaire media beschouwen de Magna Carta vaak als de oorsprong van de moderne democratie. Dat is veel eer voor een document dat oorspronkelijk was opgesteld als een vredesverdrag tussen koning Jan zonder Land en een veertigtal opstandige edellieden. Rechterlijke willekeur, een torenhoge belastingdruk en talloze militaire mislukkingen maakten de koning bijzonder onpopulair bij de Engelse bevolking. In de lente van 1215 escaleerde de situatie: ontevreden baronnen verenigden zich en revolteerden tegen de vorst. Uiteindelijk konden ze Jan zonder Land er op 15 juni 1215 toe dwingen om, in ruil voor vrede, in te stemmen met hun eisen. De Magna Carta was geboren.
Het vredesverdrag telde 63 artikelen die een antwoord moesten bieden op de heersende wantoestanden. Zo mocht de vorst voortaan enkel nog belastingen heffen na overleg met het ‘gemene land’, in de praktijk de grootgrondbezitters van het rijk. Er werden maatregelen getroffen om corruptie en inbreuken tegen het leenrecht in de toekomst te voorkomen. Bepalingen rond juridische procedures, bossen, handel en de bescherming van weduwen en erfgenamen vervolledigden het geheel. Om de naleving ervan te verzekeren, gelastte de tekst de oprichting van een raad van 25 baronnen die hierop moest toezien. Respecteerde de vorst het charter niet, dan mocht deze raad overgaan tot de inbeslagname van vorstelijke bezittingen. De Magna Carta vormde zo een contractuele verbintenis tussen Jan zonder Land en de opstandige baronnen.
Ondanks de claims van politici en populaire media is de inhoud van de Magna Carta dus ver verwijderd van de hedendaagse democratische vrijheden, zoals het stemrecht, het gelijkheidsbeginsel en de vrijheid van meningsuiting. De inhoud van het charter begunstigde bovendien enkel de ‘free men’ van het vorstendom, zo’n 10 à 20% van de toenmalige bevolking. De poging van de Engelse baronnen om hun vorst aan de wet te onderwerpen was weliswaar een belangrijke, maar zeker niet de eerste stap op een lange, zeer grillige weg naar de hedendaagse democratische principes.
‘Eén van de belangrijkste documenten ter wereld’
In Angelsaksische landen wordt ook vaak het ‘unieke’ karakter van het charter en zijn wereldwijde invloed geprezen. De Magna Carta is inderdaad een vroege schriftelijke uiting van de inperking van vorstelijke willekeur, maar uniek is het geenszins. Latere Engelse vorsten hebben onder politieke dwang gelijkaardige – maar minder bekende – charters uitgevaardigd, die hun macht nog verregaander beknotten. De ordonnanties van 1311 verankerden bijvoorbeeld de inspraak van adellijke elites in de vorstelijke oorlogs-, munt- en benoemingspolitiek.
Meer zelfs, vanaf de twaalfde eeuw dwongen stedelijke en adellijke elites over heel Europa dergelijke charters af. Vaak gebeurde dat in het kader van opstanden, maar soms vaardigden vorsten zulke teksten ook uit als wederdienst voor de politieke, financiële of militaire steun van politieke elites. Bekend zijn bijvoorbeeld de Hongaarse Gouden Bul (1222), de Franse provinciale charters (1315), en dichter bij huis het Groot Privilege (1477) en de Blijde Inkomst-charters (1356-1792) die de Brabantse hertogen bij hun inhuldiging moesten uitvaardigen. Het gedachtegoed dat aan de basis van de Magna Carta lag, beperkte zich zeker niet tot de Britse eilanden.
De Magna Carta als symbool
Amper tien weken na zijn uitvaardiging werd de Magna Carta door paus Innocentius III ongeldig verklaard. Tientallen keren werd het charter onder politieke druk heruitgevaardigd, talloze malen werd het door vorsten met de voeten getreden. Dat verhinderde echter niet dat het verdrag in de daaropvolgende eeuwen vaak als politiek instrument werd gerecupereerd. Typisch daarbij was de interpretatie van de inhoud in functie van de eigen belangen: men vond in het charter wat men erin wou vinden. De Magna Carta vervulde bijvoorbeeld een belangrijke symbolische rol tijdens de veelvuldige conflicten tussen het Engelse parlement en de absolutistische vorsten Jacob I en Karel I in de vroege zeventiende eeuw. In hun strijd om de vorstelijke macht in de perken te houden, verwezen de toenmalige parlementsleden veelvuldig naar het charter, dat in hun ogen de individuele rechten van de Engelse onderdanen had verankerd. Maar ook eeuwen later waren referenties aan de Magna Carta nog politiek relevant: tijdens de Tweede Wereldoorlog symboliseerde het charter de Westerse democratische waarden die door het nazisme werden bedreigd.
Die eeuwenlange politieke inzet heeft ervoor gezorgd dat de Magna Carta kon uitgroeien van een dertiende-eeuws vredesverdrag tot het hedendaagse mythische document dat aan de basis zou liggen van de moderne democratische vrijheden wereldwijd.
Meer lezen
Nicholas Vincent red., Magna Carta. The Foundation of Freedom 1215-2015, Londen, 2014.
Bryce Lyon, ‘Fact and fiction in English and Belgian constitutional law’, Medievalia et Humanistica, 10 (1956), 82-101.
Valerie Vrancken is gastblogger. Zij is als doctoraatsbursaal verbonden aan de onderzoeksgroep Middeleeuwen van de KU Leuven. In het kader van het project ‘City and Society in the Low Countries’ bestudeert ze de politieke rol van de Brabantse Blijde Inkomst-charters in de late middeleeuwen.