Maandelijks archief: mei 2020

Eerste hulp bij masturbatie

Het tweede seizoen van de populaire Netflix-serie Sex Education begint met enkele masturbatiescenes. Zelfbevrediging komt in beeld als een natuurlijke reeks handelingen die belangrijk zijn voor een gezonde geest en een gezond lichaam. Dat is ook het huidige standpunt van dokters, psychologen en seksuologen. Masturberen zou een vitaal onderdeel zijn van de eigenliefde. Daarnaast zou het goed zijn voor het humeur en de bloedsomloop.  

Visies op zelfbevrediging waren niet altijd zo positief. Tot ver in de twintigste eeuw geloofden dokters, moralisten en opvoeders dat masturbatie niet enkel een zonde was, maar ook vele kwaaltjes en ziekten veroorzaakte. Daarom ging men de strijd aan met wat toen ook wel zelfbevlekking werd genoemd. Artsen en opvoeders zetten een anti-masturbatiecampagne op gang waarbij werd gezocht naar methoden en regels om de jeugd te beschermen.

De gevolgen van ‘zelfbevlekking’

Gevecht van een masturberende man tegen de dood (Wellcome Collection. CC BY 4.0).

De gevolgen van masturbatie werden door dokters omschreven als niet te overzien. In de eerste plaats beschouwden ze masturbatie als een zonde die schade toebracht aan het zedelijke leven van de jeugd. Bij jongens zou het zorgen voor een aantasting van de ‘christelijke mannelijkheid’ waar elke jongeman naar diende te streven. Daarnaast lag er ook een sterke nadruk op de lichamelijke gevolgen, waaronder een algehele verregaande verzwakking van het lichaam, en psychische gevolgen zoals luiheid en onverschilligheid. Deze effecten waren overigens niet enkel waarneembaar bij diegene die masturbeerde, maar zouden ook terug te vinden zijn bij diens verzwakte nageslacht.

Voorkomen is beter dan genezen

Er was geen geneesmiddel voorhanden om masturbatie te ‘genezen’. Daarom werd er vooral ingezet op preventieve maatregelen. Ten eerste vonden artsen het belangrijk om een gezonde levensstijl met zo weinig mogelijk stimulerende prikkels te promoten. Hierbij was zowel voldoende lichaamsbeweging als een dieet belangrijk. Voeding moest liefst zo flets mogelijk en licht verteerbaar zijn. De Amerikaanse dokter John Harvey Kellogg was een prominent figuur in de campagne tegen zelfbevlekking. Vooral alcohol, vlees en te veel kruiden zouden volgens hem seksuele gevoelens kunnen oproepen. Hij vond de intussen wereldberoemde cornflakes uit die omwille van hun fletse smaak een goed strijdmiddel vormden.

Kellogg’s Cornflakes.

Het slaapritueel met het bed als de gevarenzone bij uitstek was ook een belangrijke factor. Er werd aangeraden om op een harde matras te slapen, liefst in een koele kamer. Slapen diende te gebeuren met de armen boven de lakens. De duur van de nachtrust werd best bepaald door het volgende motto: doodmoe erin en er weer uit alvorens volledig uitgerust te zijn. Lekker blijven ‘snoozen’ was dus geen optie. Verder konden ook de activiteiten gedurende de dag, aldus deze moralisten en dokters, een nefaste invloed op de seksuele lusten uitoefenen. Zo werd er aangeraden om de opwindende ambiance van de cinema, de kermis en het theater te vermijden. In de plaats daarvan moesten kinderen bezig zijn met uitputtende activiteiten in de buitenlucht.  

Ook de internaten droegen hun steentje bij aan de bestrijding van masturbatie. Controle stond hierbij centraal. Idealiter sliepen de kinderen apart in hun eigen kamer. Zo niet werden kleinere slaapzalen aangeraden waarbij de toezichthouder in het midden sliep. Gedurende de hele nacht moest er een licht branden en uiteraard diende iedereen met de handen boven de lakens te slapen. Ook de indeling van de toiletten verdiende zekere aandacht. De deuren moesten laag genoeg zijn zodat ieders hoofd steeds zichtbaar bleef. Veel van deze leefregels bleven tot ver in de twintigste eeuw gelden in kostscholen en internaten.

De harde middelen

In uitzonderlijke gevallen meenden artsen dat een verandering in de levensstijl ontoereikend was om zelfbevrediging tegen te gaan. Daarom werd soms geadviseerd om grovere middelen te gebruiken.

Hulpmiddelen bij de behandeling van masturbatie (Wellcome Collection. CC BY 4.0).

Er werden allerhande apparaten ontwikkeld om nachtelijke erecties tegen te gaan. Zo waren er de kuisheidsgordels en stekelige ringen die rond de penis werden geplaatst. Wanneer er dan een erectie plaatsvond, werd de penis gepijnigd door de stekels. In minder extreme gevallen werden de handen in speciale wanten opgeborgen of aan het bed vastgebonden.

Sommige artsen zoals de Amerikaanse psychiater René Spit pleitten voor een nog ingrijpendere chirurgische aanpak. De besnijdenis van de penis is daar een voorbeeld van. Bij meisjes gebruikten artsen hete metalen en zuren om de clitoris te verwijderen of aan te tasten.

Gelukkig klinken veel van de aangehaalde maatregelen ons tegenwoordig vreemd in de oren. Enkel de cornflakes van dokter Kellogg kennen tot op vandaag nog groot succes, al is de oorspronkelijke functie ervan weggevallen.

Meer lezen.

De Keyzer, D., De schaamte en de schrik, goesting en genot: vier generaties vrouwen vertellen, Leuven, 2004.

De Borchgrave, C., God of genot, Vlaanderen 1918-1940: een Kerk in strijd met de moderne zinnelijkheid, Leuven, 1998.

Sofie Barmans is in het academiejaar 2019-2020 masterstudent cultuurgeschiedenis. In haar masterproef onderzoekt ze de beeldvorming over masturbatie in Vlaanderen in het interbellum.

Waarom veerkrachtige samenlevingen beter bestand zijn tegen pandemieën

Gastblog door Maïka De Keyzer.

Rampen lijken zeer vaak een donderslag bij heldere hemel. Weinigen konden het scenario van een dodelijke pandemie in Europa nog voor de geest halen.  De aardbeving in Lissabon in 1755 verraste de stedelingen in hun diepe slaap. De Zwarte Dood doemde op als een onbekende en snelle moordenaar. Vele hongersnoden worden veroorzaakt door episodes van extreme weersomstandigheden.

Toch zijn deze rampen minder onvoorspelbaar dan ze lijken. De inwoners van Noordwest-Europa konden de extreme droogte in de lente en zomer van 1556 en 2019 niet voorspellen. Maar weersextremen in het algemeen, daarentegen, kennen een repetitief patroon. Aardbevingen vinden vooral plaats in zones met tektonische activiteit en komen ook met een zekere regelmaat terug in deze gebieden. Nieuwe virussen en bacteriën, zoals Covid-19 vandaag, plaatsen ons voor een raadsel, maar de confrontatie met besmettelijke ziekten is een constante doorheen onze geschiedenis. Kortom, maatschappijen in het verleden en heden worden regelmatig geconfronteerd met exogene schokken en uitdagingen, die bijzonder destructief of dodelijk kunnen zijn.

Ongelijke impact van rampen

De hongersnood tijdens de bezetting van Leiden (Les Delices de Leide, Pieter van der Aa, 1712. Wellcome Collection. CC BY 4.0).

Toch zijn niet alle maatschappijen even kwetsbaar voor deze uitdagingen. De Zwarte Dood is hier een goed voorbeeld van.  Alle gebieden die in aanraking kwamen met de door Yersinia Pestis besmette vlooien in 1348-1349, kenden een hoge mortaliteitspiek. Toch was het effect van deze pandemie zeer verschillend doorheen Europa. Voor sommige gebieden betekende de oversterfte het begin van een langdurige economische crisis. In grote delen van Engeland bereikte de bevolking en de economie pas het 14de-eeuwse niveau tijdens de 16de eeuw. Andere gebieden vertoonden een opvallende veerkracht. In de Antwerpse Kempen, bijvoorbeeld, groeide de bevolking snel terug aan en de economie kende zijn hoogdagen doorheen een periode die doorgaans als de laatmiddeleeuwse crisis bekend staat.

Hetzelfde verhaal gaat op voor de aardappelcrisis van 1845. De aardappelziekte trof de gewassen in heel Europa; vooral de hongersnood in Ierland is welbekend. De crisis werd nog verergerd door een misoogst van graan in de zomer van 1846. Ierland was echter niet de enige zwaar getroffen regio. De gemiddelde oversterfte in Kust- en Binnen-Vlaanderen bereikte een piek van 40%. Toch was de situatie niet overal even rampzalig. Opnieuw de Kempen, op agrarisch vlak nochtans een onvruchtbare en onproductieve regio, werden minder sterk getroffen met een oversterfte van “slechts” minder dan 20%. Ook de Ardennen en grote delen van Wallonië werden minder hard getroffen.

Tekortkomingen van crisismaatregelen  

De centrale vraag is dus: wat maakt maatschappijen kwetsbaar of veerkrachtig? Waarom leiden exogene schokken zoals pandemieën of extreme weersomstandigheden bij de ene maatschappij tot een regelrechte ramp en worden rampscenario’s bij andere maatschappijen vermeden? Een aspect delen alle veerkrachtige maatschappijen. Ze hebben robuuste instellingen die schokken kunnen opvangen. Het gaat dan zowel om wetgeving of regels die ons gedrag, de politiek of economie vormgeven, als principes zoals de gezondheidszorg, sociale zekerheid, etc.

Pestmaatregelen uitgevaardigd in Ferrara in 1681 (Ferraran poster/leaflet regarding plague precautions. Wellcome Collection. CC BY 4.0).

Grotendeels bestaan er twee soorten instellingen. Enerzijds zijn er de instellingen die gericht zijn op directe, crisis-gerelateerde, korte-termijn oplossingen, zoals quarantainemaatregelen, de veiligheidsraad, “social distancing” en een verbod op export van voedsel ten tijde van hongersnood. Anderzijds zijn er de institutionele structuren die al langer bestaan en niet alleen in crisissituaties van belang zijn. Goed uitgeruste ziekenhuizen en een sterke sociale zekerheid zijn hedendaagse voorbeelden van de tweede categorie. Als de geschiedenis één ding kan aantonen, is het wel het essentiële belang van deze tweede categorie.

Terwijl crisis-gerelateerde maatregelen van wezenlijk belang zijn, lopen ze vaak achter de feiten aan. Overheden in het verleden vaardigden bijna steevast een verbod op het exporteren van graan uit in tijden van hongersnood. Dit brengt echter weinig zoden aan de dijk wanneer het voedselbestand  al te klein is voor de bevolking. In Binnen-Vlaanderen was er het onderliggende probleem van een sterk verarmde en geproletariseerde bevolking die volkomen afhankelijk was geworden van haar magere aardappeloogst. Hetzelfde kunnen we momenteel waarnemen in de coronacrisis. De capaciteit in de zorg snel opkrikken in landen zonder universele gezondheidszorg, onbestaande voorraden van mondmaskers aanvullen en online onderwijs voorzien zonder voldoende expertise of laptops verloopt al snel chaotisch en te traag.

Basisrecept voor veerkracht

De Meesters van de Heilige-Geesttafel delen brood uit onder de disarmen van de Sint-Jakobsparochie in Gent in 1436 (Rijksarchief Gent, Archief Sint-Jakobskerk, Reg. Nr. 649, Fol. 1).

Het geheim van veerkrachtige maatschappijen zijn de instellingen van de tweede categorie, die bestaan ongeacht het voorkomen van een ramp. Recent onderzoek heeft aangetoond dat de Kempen veel minder kwetsbaar waren tegenover allerlei soorten schokken, zoals hongersnood, pandemieën en economische crisissen, doordat de maatschappij permanente institutionele schokdempers had ingebouwd. Hongersnoden werden tot een minimum beperkt doordat de meeste huishoudens een stuk land bezaten en hun privégrond konden aanvullen met uitgestrekte collectieve heide- en hooilanden. Deze combinatie garandeerde de minimum vereiste productie en stond een gemengde landbouw toe die minder vatbaar was voor misoogsten. Deze crisisbestendige voorzieningen werden bovendien aangevuld met een verregaande herverdeling en solidariteitsmechanismen. De armenzorg in de premoderne Kempen leverden de cruciale voedselvoorraden of goederen zoals brandstof en kledij voor de zwakkeren van de maatschappij.

Deze permanente instellingen waren ingebed en functioneerden goed in alle tijden. Ze bleven standhouden in tijden van crisis. Kinderfouten en problemen met de implementatie waren hier geen probleem. Eenzelfde evolutie zien we ook vandaag. Wat veel efficiënter in werking treedt dan de ad hoc maatregelen voor de COVID-19 crisis, is ons sociaal vangnet. Net zoals de Belgische bevolking in internationaal perspectief op korte termijn met verbazingwekkend weinig kleerscheuren door de economische crisis van 2008 kwam, blijft de economische schok van de coronacrisis voor onze gezinnen beperkt als we dit vergelijken met andere landen. Het systeem van tijdelijke werkloosheid is goed ingebed en kon meteen geïmplementeerd worden.

Een soortgelijk plaatje zien we in onze gezondheidzorg. Landen met een sterke en robuuste gezondheidszorg hebben voldoende opgeleid personeel, medisch materiaal en een grotere buffercapaciteit om de plotse toestroom aan patiënten op te vangen. Hoewel de druk van deze pandemie ons systeem in zijn voegen doet kraken, houdt het voorlopig goed stand. Investeren in een robuuste maatschappij die te allen tijde schokken kan opvangen zonder volkomen afhankelijk te zijn van crisismaatregelen is dus van essentieel belang. De meest robuuste en veerkrachtige maatschappijen zijn die maatschappijen die per definitie crisisbestendig zijn dankzij hun structurele instellingen.

Maïka De Keyzer is gastblogger. Zij is als docent verbonden aan de onderzoeksgroep Middeleeuwen aan de KU Leuven. Ze onderzoekt de oorzaken en gevolgen van welvaart, ongelijkheid, maatschappelijke veerkracht en collectieve actie in de pre-moderne periode.

Titelafbeelding: Plague, war and famine. Etching by Sadler after M. de Vos. Credit: Wellcome Collection. CC BY 4.0.