Door Felix Deckx
In de maart-editie van het Vlaamse muziekblad ‘Song Parade’ uit 1958 verscheen een contactadvertentie van een ‘meisje uit het Antwerpse’. Ze beschreef zichzelf als een ‘blondine met blauwe ogen, zeer veel houdend van dans en film’. Om haar te vergezellen tijdens deze spannende uitgaansactiviteiten was ze naarstig op zoek naar een zwartharige jongeman tussen 20 en 22 jaar, die bovendien van ‘katholieke komaf’ moest zijn en als het even kon ook nog eens ‘van het slanke type’.
De laatste decennia heeft het internet de rol van de gedrukte pers als koppelaar der singles haast volledig van de kaart geveegd. Men zou in ons digitale tijdperk bijna vergeten dat vrijgezellen niet altijd terechtkonden op Tinder. Op het profiel van deze hippe datingapp kunnen gebruikers naast een serie zo imponerend mogelijke foto’s, ook hun interesses vermelden, samen met hun leeftijd, opleiding en woonplaats. Wanneer twee gebruikers elkaars profiel naar rechts ‘swipen’ ontstaat er een ‘match’ en stelt de app de potentiële tortelduiven met elkaar in contact. De lezers bij wie de Engelse terminologie reeds verwarring en onbegrip veroorzaakt, kan ik geruststellen; het achterliggende patroon is verre van nieuw en vertoont opvallende gelijkenissen met de werking van tijdschriftannonces uit vroeger tijden.
Vrijgezellenpraatjes in Song Parade
Samen met de krant zag ook de contactadvertentie het levenslicht in het midden van de zeventiende eeuw. De eerste advertenties hadden niets met de zoektocht naar een geschikte partner te maken, maar hengelden naar te koop aangeboden paarden of beschikbaar dienstpersoneel. Zeventiende-eeuwse lolbroeken zagen hier al snel de humoristische mogelijkheden van in en lieten satirische vrijgezellenadvertenties publiceren, die bol stonden van het dubbelzinnige taalgebruik. Een halve eeuw nadien verschenen in de Engelstalige pers voor het eerst ook oprechte annonces. In België kregen ze pas later voet aan de grond, maar vanaf 1900 ging het snel en groeide het fenomeen uit tot een noemenswaardig alternatief voor wanneer de openlijke zoektocht naar een geschikte wederhelft geen evidentie bleek.
Het hoogtepunt van de annonces in de jaren 1950 viel samen met het ontstaan van de eerste Vlaamse tijdschriften voor jongvolwassenen. Voor wie de ‘Kleine Zondagsvriend’ ontgroeid was, maar tegelijkertijd nog geen kaas gegeten had van ellelange Wetstraatpolemieken op broadsheetformaat, bestond er sinds 1955 ‘Song Parade’. Het populaire tijdschrift was het geesteskind van Mechelaar Jan Torfs, die in de Vlaamse markt een gat weggelegd zag voor een muziekblad met songteksten naar Amerikaans model. Specifiek doelend op een hip en jong lezerspubliek kende het tijdschrift met ‘Song Parade Praatjes’ ook een hoekje voor contactadvertenties. Antwoorden kon door een brief te schrijven naar de redactie, die deze vervolgens doorspeelde naar de eigenaar van het ‘Praatje’.
Liefde is van alle tijden …
Opvallend genoeg zijn de gelijkenissen tussen de Song Parade-annonces en hedendaagse datingprofielen legio. Hoewel de inzender volledig vrij was in de samenstelling van zijn of haar advertentie, kwamen steeds dezelfde variabelen terug die we vandaag toch vooral van Tinder kennen, namelijk: leeftijd, regio, interesses en foto’s. Na een snelle blik op het actueel onderzoek blijkt bovendien dat deze variabelen door de tijd heen ook heel gelijkaardig werden ingevuld. Net als vandaag waren mannen in de jaren 1950 doorgaans op zoek naar een vrouw die even oud of iets jonger was dan zijzelf, terwijl de vrouwelijke inzenders net het omgekeerde wensten. Song Parade-vrijgezellen zagen daarnaast hun potentiële wederhelft het liefst dicht bij de eigen kerktoren wonen. Hun creativiteit ging echter wel verder dan plaatsvermeldingen genre ‘in de omgeving van …’, vergelijkbaar met Tinders concentrische cirkels. Sommige inzenders ambieerden zo ‘een kustbewoner’, iemand ‘van Linkeroever tot Temse’ of zelfs ‘een in Duitsland gekazerneerde soldaat’.
In hun streven om zo aantrekkelijk mogelijk over te komen hanteerden de mannelijke en vrouwelijke adverteerders andere, trouwens ook nog steeds doorlevende, vormen van zelfrepresentatie. Mannen omschreven zichzelf als krachtig en capabel door te verwijzen naar hun groot gestalte, sportiviteit en risky hobby’s zoals motorrijden en zeilen. Vrouwen probeerden daarentegen zo beminnelijk mogelijk over te komen met eerder mysterieuze omschrijvingen als ‘jong’, ‘knap’ of ‘lief’. Beide geslachten typeerden hun ideale wederhelft vaak als ‘moderne muziekliefhebber’, ‘goede danser(es)’ en ‘sportieveling’, mogelijks gewoon beleefde eufemismen voor ‘niet stijf of oubollig’, ‘levenslustig’ en ‘afgetraind’.
Het oog wil natuurlijk ook wat; ook in de jaren 1950. Om het woord snel bij de daad te kunnen voegen eindigden veel annonces dan ook met: ‘foto gewenst’, al dan niet gevolgd door: ‘één terug op erewoord’. Anders dan bij Tinder werden potentiële matches dus niet zonder weerhouden blootgesteld aan elkaars meticuleus uitgekozen beeldmateriaal. De ontvanger van een door Song Parade opgestuurde zwart-witfoto was immers steeds in de mogelijkheid zijn of haar ‘erewoord’ te doorbreken bij een visuele afknapper.
… Maar tijden veranderen
Andere omschrijvingen uit de Song Parade-annonces hebben de tand des tijds niet overleefd. Verwijzingen naar ‘ernstige karakters’ en ‘deftigheid’, bijvoorbeeld, zouden vandaag zowaar op wenkbrauwengefrons kunnen rekenen. Ook aan de bezigheden van de inzenders valt op dat de wereld de voorbije zeventig jaar niet stilstond. Haast de helft van de mannelijke adverteerders omschreef zichzelf zo als dienstplichtige ‘soldaat’, al dan niet in Duitsland. Ver weg van familie en vrienden bleek een vrouwelijke pennenvriendin zo voor velen een welgekomen afleiding, met daarbovenop een genoeglijk toekomstperspectief. Ook vermeldenswaardig zijn de jonge koloniaal die een ‘ontwikkelde’ echtgenote zocht om mee naar Congo te trekken en het vlijtig naaistertje opzoek naar een globetrotter.
Betrekkelijk vrouwvriendelijk waren de meeste annonces ook niet bepaald. Een Leuvense piloot was zo op zoek naar een meisje tussen 18 en 22 jaar, die volgens hem ‘daarom geen schoonheid moest zijn’. Een ander voorbeeld is de ‘Brabantse wittekop’ die als enige criterium meegaf ‘dat hij op zoek was naar blondjes’. Ook typisch voor het tijdsgewricht is dat er geen enkele Song Parade-advertentie buiten de lijntjes van de klassieke heteroseksuele relatie lijkt te kleuren. Hoewel homoseksualiteit in onze regio’s al sinds de Franse tijd – 1795 om exact te zijn – gedecriminaliseerd is, lag er in de jaren 1950 nog steeds een groot maatschappelijk stigma op relaties tussen personen van hetzelfde geslacht. Maar wat dan te denken van de jongeman die een vriend zocht om mee in het Antwerpse nachtleven te duiken of hij die graag wenste te corresponderen met een bodybuilder? Deze oproepen kunnen een slimme zet zijn geweest van homoseksuele mannen om niet te veel argwaan te wekken, maar het is evengoed mogelijk dat die redenering alleen maar opgaat omdat ze bedacht is door een eenentwintigste-eeuwer …
Nu zeven decennia later zijn we in de zoektocht naar onze potentiële geliefden duidelijk opener geworden en heersen er andere verwachtingen. Op date gaan is niet meer de voorbode van een spoedig huwelijk en een koloniale functie doet vrouwenharten al lang niet meer sneller slaan. Toch heeft de tand des tijds het ideale heteroseksuele partnerbeeld uiteindelijk niet zo erg vervormd en lijkt onze huidige presentatie van ‘mannelijkheid’ of ‘vrouwelijkheid’ nog altijd schatplichtig aan patronen die al gangbaar waren in de fifties. De zogenoemde ‘Tinder-variabelen’ waren decennia eerder al vaste kost in Song Parade Praatjes en aan hun invulling is eveneens maar weinig gesleuteld. We zijn nog steeds op zoek zijn naar een partner van ongeveer dezelfde leeftijd, uit dezelfde stad of streek, met gelijkaardige interesses en een aantrekkelijk uiterlijk. Ook door de tijd heen valt over smaken niet te twisten.
Meer lezen?
Bjørn Bojesen, “Zo werkte daten vóór Tinder”, Historianet, https://historianet.nl/maatschappij/dagelijks-leven/daten-voor-tinder, 14 februari 2023.
Kasper Demeulemeester, Tussen twee werelden: hotsende, botsende, trillende jeugd, Licentiaatsthesis, Universiteit Gent, 2003.
Douglas Kenrick en Richard Keefe, “Age preferences in mates reflect sex differences in human reproductive strategies”, Behavioral and Brain Sciences 15(01), 1992.
Gordon Ingram, Isabela Enciso, Nathalia Eraso, María José García en Antonio Olivera-la Rosa, “Looking for the right swipe: Gender differences in self-presentation on Tinder profiles”, Annual Review of Cybertherapy and Telemedicine 17(10), 2019.
Felix Deckx (FWO-aspirant aan KU Leuven) voert onderzoek naar de evolutie van de behandeling, beleving en sociaal-culturele betekenis van lepra in Congo tussen 1930 en 1980. Hij is tevens mederedacteur van de blog ‘Cultuurgeschiedenis.be’ en kleinzoon van Lou Deckx, die Jan Torfs in 1956 opvolgde als hoofdredacteur van ‘Song Parade – Film Fan’. De titelafbeelding, Elviscover en Praatjescollage komen uit de eigen collectie van de auteur. Titelafbeelding: Enkele Song Parade-coryfeeën op zwier ergens in de loop van de jaren 1950 .