Waarom de celibaatsdiscussie ouder is dan je denkt

Gastblog door Freija Bornauw

Begin 2022 brak de Duitse aartsbisschop Reinhard Marx een lans voor het niet langer verplichten van een celibataire levensstijl voor katholieke priesters. Het celibaat staat de laatste tien jaar voortdurend ter discussie in de media en de publieke opinie. We kunnen het ons vandaag misschien moeilijk voorstellen, maar het is niet altijd zo geweest dat priesters celibatair leefden. Vóór de elfde eeuw waren de meesten van hen namelijk gehuwd.

Meneer pastoor met vrouw en kind

Binnen de kerk waren er al tijdens het vroege christendom tegenstanders van gehuwde priesters. Niet-celibataire geestelijken werden ‘nikolaïeten’ genoemd, wat verwijst naar Nicolas van Antiochië uit het bijbelboek Apocalyps van Johannes. Nicolaïeten zouden bekendstaan om hun bandeloos leven, gekenmerkt door onder meer onkuisheid, polygamie, concubinaat en het eten van offervlees. In de vierde eeuw werden er al pogingen ondernomen om het onderwerp op de kerkelijke agenda te zetten, bijvoorbeeld op de synode van Elvira. De invloed hiervan bleef echter beperkt, en priesters konden nog altijd in het huwelijksbootje stappen

Het huwelijk van Louis de Blois en Marie van Frankrijk, ca. 1480-1483, Meester van de Getty Froissart, Getty Museum Collection.

In de elfde eeuw barstte het debat rond gehuwde geestelijken opnieuw los. Synodes volgden elkaar snel op. Geestelijken mochten vanaf de synode van Bourges in 1031 geen vrouw meer hebben willen ze niet uit hun ambt ontzet worden. De besluiten betroffen ook anderen: zonen en dochters van priesters mochten zelf óók niet huwen. Na verloop van tijd gaf het pauselijk gezag zelfs te kennen dat gehuwde geestelijken geëxcommuniceerd zouden worden. Ook de gelovigen werden aangespoord om getrouwde geestelijken te mijden: zij kregen de opdracht om missen van getrouwde priesters niet langer bij te wonen. Kerkhervormer Petrus Damiani schreef zelfs dat vrouwen van priesters ‘slavinnen van de kerk’ moesten worden. Gelukkig voor hen kreeg het voorstel van de Italiaanse kerkhervormer niet veel bijval.

Aken en Keulen zijn niet op één dag gebouwd

Vanwaar deze plotse klopjacht op gehuwde priesters? Eerst en vooral was er een economische reden: gehuwde priesters hebben immers een vrouw of kinderen als erfgenaam – wat betekende dat de kerk een mogelijke inkomstenbron misliep. Een tweede reden is de opkomst van een nieuw monastiek, ascetisch ideaalbeeld voor geestelijken. Na decennia van wantoestanden in de kerk werd de elfde eeuw gekenmerkt door hervormingen waarin het zuiverheidsideaal centraal kwam te staan. Geestelijken moesten proberen om zoveel als mogelijk de levenswandel van Christus te kopiëren, de zogeheten imitatio christi. De laatste reden is sacramenteel van aard. Katholieken geloven immers dat het brood en de wijn tijdens de eucharistie verandert in het lichaam en het bloed van Christus. Dat sacrament zou maar zo puur zijn als de bedienaar van datzelfde sacrament zuiver is. Met andere woorden, priesters die hun handen ‘bevuilden’ aan een (als onzuiver geziene) vrouw, zouden niet in staat zijn een even zuivere communie te geven als een celibataire priester.

Een huwelijksceremonie, ca. 1290-1310, onbekend, Getty Museum Collection

Het celibaat werd niet zonder slag of stoot opgelegd. Zo weigerde de elfde-eeuwse bisschop Hubert van Terwaan om sacramenten toe te dienen bij voorstanders van het celibaat. Tijdgenoot Sigebert, monnik uit de abdij van Gembloers, kroop dan weer in zijn pen en schreef een apologie voor gehuwde geestelijken. Daarin stelde hij dat de invoering van het celibaat dwalingen bij het volk teweeg zou brengen. Leken zouden immers geen vertrouwen meer in hun ‘besmeurde’ priesters hebben, omdat zij de kerkgangers onzuivere sacramenten zouden hebben toegediend die bijgevolg minderwaardig waren. Het gevolg van dit wantrouwen zou zijn dat leken hosties gingen vertrappelen en zelf dan maar hun kinderen zouden gaan dopen. Sigebert stelde dus dat we toch maar beter een oogje dichtknijpen voor getrouwde geestelijken om erger kwaad te vermijden.

Vandaag de dag staat het celibaat in de katholieke kerk in de Westerse wereld – of dichter bij huis, in de Vlaamse media –  nog steeds ter discussie. Intussen is deze middeleeuwse praktijk reeds zo diepgeworteld dat een huwelijksbootje nog niet in de verste verte in zicht is. Net als het celibaat zelf is de discussie erover echter al meer dan duizend jaar oud.

Meer lezen?

Barstow, Anne. Married priests and the reforming papacy: the eleventh-century debates, New York: The Edwin Mellen Press, 1982.

Meijns, Brigitte. ‘Opposition to clerical continence and the Gregorian celibacy legislation in the Diocese of Thérouanne: Tractatus pro clericorum conubio (c. 1077-1078)’. Sacris erudiri: a journal on the inheritance of early and medieval christianity, 47, (2008): 223-290.

Griffith, Fiona. ‘Wives, concubines, or slaves? Peter Damian and clerics’ women’, Early Medieval Europe, 30, 2022: 266-290.

Freija Bornauw is onderwijsondersteuner voor de opleiding geschiedenis en praktijkassistent bij de Onderzoeksgroep Middeleeuwen. Eerder schreef ze haar masterproef over de invoering van het celibaat in het bisdom Luik in de elfde eeuw.

Titelafbeelding: Priesters vieren de mis, ca. 1290-1310, onbekend, Getty Museum Collection.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.