Pest en protest in de vroegmoderne haven

Gastblog door Stan Pannier.

“Geachte leden van de regering”, schreef de Gentse ondernemer Frans Carpentier, “In het algemeen belang heb ik mij steeds zonder protest aan de gezondheidsmaatregelen gehouden, maar thans had ik graag een versoepeling bekomen. Mijn bedrijfskosten nemen onverminderd toe, en mijn koopwaar bederft nu ik ze niet mag verkopen.” Was Carpentier één van de velen die zich het voorbije jaar tot het Overlegcomité richtte? Neen. De man schreef zijn brief op 26 november 1770, tijdens een hevige uitbraak van de pest in Oost-Europa. Carpentiers schip De Vier Gebroeders lag al 46 dagen in Oostende in quarantaine, en de loonkosten, het havengeld en de onophoudelijke herfstbuien vraten gestaag aan zijn winst.

Op het moment dat Carpentier zijn veer in de inkt doopte, was de pest precies een eeuw verdwenen uit de Zuidelijke Nederlanden. Niettemin bleef de regering strikte maatregelen nemen bij uitbraken van de haestighe sieckte elders in Europa. Net als vandaag hadden die voorzorgen een economische impact – vooral in de kuststreek, waar het risico op import uit het buitenland het grootst was. Tegenwoordig vinden we het normaal dat proteststemmen uit de privésector bij de besluitvorming worden betrokken. Maar ook in een diep ondemocratische samenleving als die van het Ancien Régime konden mensen als Carpentier wegen op het beleid, mits de juiste argumenten.

De achttiende-eeuwse Wereldgezondheidsorganisatie

Een handelskantoor te Brugge, ca. 1750.

Bij een uitbraak van de pest was het voor de overheid koorddansen geblazen tussen enerzijds een te zwak en anderzijds een te streng beleid. Reageerde een staat te laks, dan riskeerde die een import van de ziekte of vergeldingsmaatregelen van buurlanden. Rond de Middellandse Zee communiceerden havensteden voortdurend met elkaar over sanitaire nieuwtjes en genomen maatregelen. Liep een land uit de pas, dan volgde al gauw een vergeldingsquarantaine tegen haar schepen. Historici hebben deze internationale coördinatie van beleid daarom wel eens bestempeld als de voorloper van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO).

Ook in het Noordzeegebied verspreidde nieuws rond epidemieën en verdachte schepen zich als een lopend vuurtje via consuls, ambassadeurs en zeelieden. Het belang van die informatie oversteeg politiek: hoewel Versailles en Londen vrijwel de hele achttiende eeuw overhoop lagen, ging gezondheidsnieuws vlot over en weer tussen beide kanten van het Kanaal. Nieuwe maatregelen in Engeland, Frankrijk of de Republiek waren genoeg aanleiding voor Brussel om zelf de nodige wetgeving door te duwen. Rond de Noordzee gold immers dezelfde groepsdruk als in de Middellandse Zee. Vergeldingsquarantaines vormden bovendien een handig smoesje om de handel van concurrerende staten te schaden.

In augustus 1743 stelden de Oostenrijkse Nederlanden bijvoorbeeld een quarantaine in van 20 dagen tegen schepen uit Frankrijk, omdat Louis XV onvoldoende voorzorgen had genomen tegen de pest op Sicilië. Nochtans deed op dat moment in Oostende al weken het nieuws de ronde dat Frankrijk wel degelijk maatregelen had genomen, die zelfs nog strenger waren dan die aan de Vlaamse kust. Wat was dan het échte motief achter de vergeldingsquarantaine? Simpel: de Habsburgers lagen in conflict met de Franse koning, die de troonsbestijging van Maria Theresia betwistte.

Rellen in Moskou gericht tegen het gebrekkige optreden van de overheid tijdens de pest van 1770-1772.

Maar ook te streng reageren zorgde voor economische schade. Het doorbetalen van geïsoleerde en werkloze matrozen en de dagelijkse vergoeding voor het gebruik van de havenfaciliteiten kostten handelaars een fikse duit. Een quarantaine was des te problematischer als de lading bederfelijk was: het was niet voor niets dat Judocus van Iseghem in de zomer van 1752 in Brussel ging smeken om een vrijstelling voor zijn schip, dat uit Malaga onderweg was met een berg vers fruit. Tot slot betekende de vertraging in goederen- en kasstromen een bijkomende streep door de rekening van menig ondernemer.

Ook andere takken van de mariene economie hadden te lijden onder de quarantainemaatregelen. Zo mochten loodsen niet langer aan boord gaan van schepen om hen de haven in te helpen. In de Gouwelozekreek, waar schepen werden afgezonderd, vormden de vele vissersbootjes dan weer een groot risico op contact met de geïsoleerde bemanningen. Hoewel er stemmen opgingen om de visvangst in de kreek daarom volledig te verbieden, hield Oostende het bij een avondklok. Overdag vissen bij hoog water bleef toegelaten, “uyt Consideratie dat menighvuldighe menschen daar mede hunnen Cost moeten winnen”.

Preventiemaatregelen: dictaat of overleg?

Oostende ca. 1773, met in het zuidoosten de Gouwelozekreek.

Overheden konden echter geen regels opleggen zonder protest van de betrokken economische stakeholders. Handelaars trachtten voortdurend versoepelingen te bekomen op de geldende maatregelen. De vaakst aangehaalde redenen waren dat er geen ziekte heerste waar het schip vandaan kwam, of dat de bemanning zichtbaar gezond was. De aard van de lading was evenzeer van belang: textiel werd erg gevaarlijk geacht, terwijl hout of ijzer naar verluidt niet in staat waren besmetting vast te houden. Soms speelden handelaars op de gevoelens: er was een Blankenbergse loods aan boord, en die “pauvre homme” zat al weken vast enkel omdat hij het schip veilig de haven in had geholpen. Of nog creatiever: de lading wol was zeker veilig, want de matrozen hadden er zonder het minste ongemak de hele reis op geslapen.

Indien er inderdaad voldoende verzachtende omstandigheden waren, dan stond de overheid handelaars een vrijstelling of verkorting van de quarantaine toe. Wanneer het schepencollege van Oostende (dat overigens vrijwel uitsluitend uit handelaars bestond) zijn gewicht in de schaal legde, dan was er nog meer mogelijk. Eind augustus 1764 had Brussel naar aanleiding van een pestuitbraak op Sicilië een quarantaine ingesteld voor alle schepen uit de Middellandse Zee. Op 2 oktober protesteerde Oostende dat die verordening de zouthandel met Spanje schaadde, en dat er bovendien in geen enkel buurland zulke strenge maatregelen golden. Twee dagen later was het decreet aangepast.

Talenknobbels en veteranen

Epidemieën boden echter ook economische opportuniteiten voor sommige groepen. Lokale en regionale overheden spendeerden soms aanzienlijke sommen om ziekte buiten de deur te houden: in 1770-72 ging het om liefst 45 284 florijnen, zo’n 90 000 werkdagen voor een gewone arbeider. Met dat geld werden tientallen strandwachten gerekruteerd, die aangespoelde goederen en lijken moesten begraven en erop moesten toezien dat niemand per sloep aan land kwam. In Nieuwpoort en Oostende namen de stadsbesturen dan weer matrozen in dienst die op zee moesten waken en aankomende handelsschepen ondervragen over hun whereabouts en de gezondheidstoestand aan boord. Talenkennis was daarbij een pluspunt. In 1793, tijdens een gele koorts-epidemie in Noord-Amerika, bracht Nieuwpoort het heuglijke nieuws dat de stad Hendrik Bolwijn had aangeworven, een zeeman die vloeiend Nederlands, Frans, Duits, Spaans en Engels sprak. Tot slot boden de quarantainemaatregelen ook werkgelegenheid aan de invalide veteranen van de kustregimenten. Zij moesten de geïsoleerde schepen bewaken – mét opslag van soldij, opdat ze hun belangrijke taak beter zouden vervullen.

Samengevat: ook in de achttiende eeuw zorgden epidemieën voor spanningen tussen economie en volksgezondheid. Overheden zochten telkens naar maatregelen die streng genoeg waren om te ontkomen aan ziekte en represailles, maar liberaal genoeg om de handel niet te verstikken. En net als vandaag waren proteststemmen van onderuit en compromissen daarbij niet vreemd.

Stan Pannier is gastblogger. Hij bereidt een doctoraat voor over de handel met West- en Centraal-Afrika vanuit de Oostenrijkse Nederlanden. Stan is als onderzoeker verbonden aan de vakgroep Middeleeuwen van de KU Leuven en aan het Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ).

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.