Aflevering 2: De verdwijning van het vrouwelijk orgasme (18e-19e eeuw).
In 1929 schreef de Britse schrijfster en feministe Virginia Woolf met verwondering enkele regels over een bezoek aan het British Museum. Ze deed onderzoek naar de vrouwelijke seksualiteit en was verrast over het aantal boeken dat ze vond, vooral geschreven door mannelijke auteurs:
Heb je er enig idee van hoeveel boeken er elk jaar over vrouwen worden geschreven? En hoeveel er daarvan door mannen worden geschreven? […] Seks en de natuur trekt niet alleen dokters en biologen aan, maar ook, meer verrassend en moeilijker te begrijpen: gerespecteerde essayisten, vingervlugge romanschrijvers, jonge mannen met een diploma of zonder diploma, mannen met schijnbaar geen enkele kwaliteit behalve dan dat ze geen vrouw zijn.
De weken in december draaien om de verwondering van Woolf. Aan de hand van het voorbeeld van het orgasme zoekt historica Tinne Claes voor u uit wat mannen zoal hebben geschreven over de vrouwelijke seksualiteit. Deze blogreeks van drie afleveringen vertelt een kleine geschiedenis van het (al dan niet) komen en legt tegelijkertijd hardnekkige clichés over mannen en vrouwen bloot. Vorige week: waarom dokters het vrouwelijk orgasme belangrijk vonden tot en met de Renaissance. Vandaag: waarom het vrouwelijk orgasme verdween in de achttiende en negentiende eeuw.
Vrouwen hebben toch geen testikels
In de loop van de 18de en 19de eeuw gingen artsen anders nadenken over mannen en vrouwen. Ze geloofden niet langer dat ze dezelfde geslachtsorganen hadden, maar dan binnenstebuiten. Mannen en vrouwen hadden niet hetzelfde basisontwerp, maar waren fundamenteel verschillend. Ook het orgasme werd een voorbeeld van het verschil tussen de twee seksen. In tegenstelling tot bij mannen, was bij vrouwen een orgasme helemaal niet nodig voor reproductie. Artsen ontdekten dat vrouwen hoe dan ook ovuleren, of ze nu opgewonden zijn of niet. Het vrouwelijk zaad waar Hippocrates en Galenus van spraken, bestond niet langer. Artsen hadden het nu over eicellen, die ook zonder orgasme bevrucht konden worden. Een vrouw kon zwanger worden van saaie seks, zonder er enig plezier aan te beleven.
Niet toevallig gebeurde er tegelijkertijd een culturele omslag. In de burgerlijke cultuur die ontstond na de Verlichting en de Franse Revolutie, kregen alleen mannen politieke en burgerrechten. Vrouwen werden steeds meer in de huiselijke sfeer geduwd. Zij moesten vooral geschikte huismoeders zijn: lief, mooi, zachtaardig en meegaand. Mannen moesten daarentegen dominant, sterk en rationeel zijn.
Deze nieuwe ideeën over mannen en vrouwen vonden ook uiting in de slaapkamer. Vrouwen werden niet langer gezien als verleidsters met een onbegrensde sex drive, maar als passieve wezens met beperkte seksuele verlangens. Mannen waren voortaan de ladykillers. In talrijke romans werden brave heldinnen aangerand of zelfs verkracht door hitsige mannen. In Pamela: Virtue Rewarded van Samuel Richardson, bijvoorbeeld, valt een rijke man met een huizenhoog libido, Mr. B., zijn jonge dienstmeid Pamela herhaaldelijk lastig. Na verschillende onsuccesvolle pogingen om haar te verleiden, een reeks aanrandingen en zelfs een kidnapping, kan Pamela hem overtuigen om haar een eerbaar voorstel te doen. Het huwelijk met haar aanrander Mr. B. wordt in de roman voorgesteld als een ‘beloning’ voor de goede deugden van het arme, jonge meisje.
Frigiditeit, natuurlijk en aangeleerd
Vrouwen ondergingen de daad slechts lijdzaam, zo wilde het nieuwe ideaalbeeld. Sommigen beweerden zelfs dat vrouwen van nature frigide zijn. Zo liet de beroemde Duitse psychiater Richard von Krafft-Ebing optekenen dat de vrouw weinig seksuele verlangens heeft, wanneer ze ‘fysiek normaal en degelijk geschoold’ is. Zijn standpunt was niet uniek. Zelfs feministes zoals Mary Wollstonecraft en Anna Wheeler vierden het vrouwelijke gebrek aan passie, omdat vrouwen daarom moreler zouden zijn, wat hen geschikter maakte voor de politiek dan mannen.
Al waren er ook andere stemmen. Sommige dokters spraken over ‘aangeleerde frigiditeit’. Vrouwen werden volgens hen frigide omdat ze de seks met hun echtgenoot maar saai vonden. Deze artsen dachten echter niet dat vrouwen ontevreden waren door een gebrek aan lichamelijke stimulatie (merk op dat de clitoris in deze periode uit de belangstelling verdween), maar wel omdat ze geen mannelijk zaad mochten ontvangen. Volgens hen was vooral anticonceptie –in het bijzonder condooms of coïtus interruptus– een bron van frustratie. Mannelijk zaad was volgens hen zowel deugddoend als gezond voor vrouwen. Sterker nog, vrouwen konden ziek of zwakzinnig worden als de geslachtsdaad niet tot ‘het natuurlijke einde’ werd gebracht. Zelfs in 1932 waarschuwde de Leuvense gynaecoloog Rufin Schockaert nog voor de kwalijke gevolgen van coïtus interruptus voor de vrouw, zoals lage rugpijn, vermoeide benen en pijn bij de ontlasting. Erger nog waren volgens hem de psychische gevolgen, gaande van moodswings tot zelfmoordgedachten.
Seksualiteit als ziekte
Dat dokters zoveel aandacht hadden voor de gezonde uitwerking van sperma op vrouwen, had te maken met het belang dat ze hechtten aan reproductie binnen het huwelijk. Seks deugde volgens de heersende katholieke normen alleen maar binnen het huwelijk, én als er kinderen van konden komen. Alle andere vormen van seks waren verwerpelijk: buitenhuwelijkse seks mocht niet, laat staan seks tussen mensen van hetzelfde geslacht. Ook masturbatie werd afgekeurd, zowel voor mannen als voor vrouwen. Artsen geloofden dat ‘zelfbevlekking’ zou leiden tot allerhande ziektes, gaande van buikpijn tot geheugenverlies. In een populair pamflet uit de Eerste Wereldoorlog sprak de Gentse gynaecoloog Frans Daels de masturberende soldaten aan de Ijzer dan ook streng toe: ‘Man zijn is zich beheerschen’. Zij die hun handen niet boven de lakens konden houden, verrichtten ‘een zonde voor de ziel en een kwaad voor het lichaam’. Daels richtte zich niet tot vrouwen. Dat zij aan het thuisfront zichzelf een handje konden helpen, kon hij zich blijkbaar zelfs niet voorstellen.
Vroeger was het slechter?
Masturbatie als ziekte, het orgasme dat overbodig wordt, vrouwen die frigide moeten zijn, … Het is weinig verwonderlijk dat historici de achttiende en negentiende eeuw hebben beschreven als het toppunt van seksuele repressie. Toch kunnen we hier enkele kanttekeningen bij maken. Zo beschreven feministes het vrouwelijke gebrek aan passie als een positieve kwaliteit. Omdat lust vaak in verband werd gebracht met irrationaliteit, was de verdwijning van het orgasme in zekere zin net een bewijs van de emancipatie van de vrouw. Dat dokters zich steeds meer met seksualiteit gingen bemoeien, kan je zien als een teken van onderdrukking. Maar omgekeerd zorgde de wetenschappelijke inmenging voor een nieuwe openheid over seksualiteit: seks werd een onderwerp waarover kon worden gepraat en gepubliceerd.
De volgende aflevering van deze blogreeks zal duidelijk maken dat artsen ook in de twintigste eeuw mateloos geboeid bleven door seks. Bovendien werd het vrouwelijk orgasme tijdens de seksuele revolutie het onderwerp van een verhit maatschappelijk debat.
Meer lezen.
De Keyzer, D. (2004). De schaamte en de schrik, goesting en genot: vier generaties vrouwen vertellen. Leuven, Van Halewyck.
Laqueur, T. (1990). Making Sex: Body and Gender from the Greeks to Freud. Cambridge MA, Harvard University Press.
Maines, R.P. (1999). The Technology of Orgasm: Hysteria, the Vibrator, and Women’s Sexual Satisfaction. Baltimore and London, John Hopkins University Press.
Tinne Claes is als postdoctoraal onderzoekster verbonden aan de onderzoeksgroep Cultuurgeschiedenis vanaf 1750. Ze onderzoekt hoe onvruchtbaarheid werd gedefinieerd en ervaren na 1945.
Titelafbeelding: Invocation à l’amour, ca. 1825, Wellcome Collection. CC BY.