Waarom vroegmoderne ouders hun kinderen meenamen naar executies

Gastblog door Isabel Casteels.

Tegenwoordig proberen we kinderen zoveel mogelijk af te schermen van geweld. Films, televisieprogramma’s en games hebben leeftijdsclassificaties, omdat geweld mogelijk schadelijk zou zijn voor hen en zelfs kopieergedrag zou oproepen. In de vroegmoderne tijd was dat wel anders. Het is moeilijk voor te stellen, maar het was in de zestiende-eeuwse Nederlanden normaal dat kinderen gingen kijken naar een openbare terechtstelling.

Prenten van het publiek

Frans Hogenberg, Executie van Spell, 1570, detail (Rijksmuseum Amsterdam).

Op zestiende-eeuwse prenten werden regelmatig kinderen afgebeeld in het executiepubliek. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de beroemde Justitia-gravure van Pieter Bruegel uit 1559 (titelafbeelding). De toeschouwers zijn weinig gedetailleerd weergegeven, maar toch zien we in het midden onmiskenbaar een ouder die een kind aan de hand meeneemt.

Hetzelfde geldt voor de nieuwsprenten afkomstig van de bekende uitgeversfirma Hogenberg. Bij de executie van Spell in 1570 (afbeelding 1) klimmen kinderen op een muur om de ophanging beter te kunnen zien. Tijdens de terechtstelling van monniken in Gent in 1578 (afbeelding 2) heeft een vader zijn zoon bij de hand. Een andere vader neemt zijn kind op de schouders zodat het beter zicht heeft. Bij de executie van Balthasar Gerards in 1584 (afbeelding 3) trekt een kind een ouder aan zijn mantel en kijkt hem vragend aan.

Dat er op de executieprenten kinderen werden afgebeeld, wil natuurlijk niet zeggen dat er bij elke terechtstelling kinderen aanwezig waren. Wel was de aanwezigheid van kinderen niet uitzonderlijk. Prentmakers volgden vanuit commerciële belangen namelijk bestaande conventies en probeerden zo aan te sluiten bij het wereldbeeld van potentiële klanten.

Vroegmoderne ideeën over kinderen en geweld

Frans Hogenberg, Terechtstelling van monniken te Gent wegens sodomie, 1578, detail (Rijksmuseum Amsterdam).

Waarom namen vroegmoderne ouders hun kinderen mee om executies te gaan bekijken? Lange tijd hebben historici gedacht dat zij weinig onderscheid maakten tussen kinderen en volwassenen en dat er dus geen speciale behandeling voor kinderen bestond. Ook zouden vroegmoderne ouders niet even gehecht zijn geweest aan hun kinderen als hedendaagse generaties van ouders vanwege de hoge kindersterfte. Het feit dat zij hun kinderen blootstelden aan geweld past op het eerste gezicht goed bij dit idee. Maar recent onderzoek toont aan dat dit beeld niet klopt. Net zoals nu waren ouders in de zestiende eeuw gehecht aan hun kinderen en bestonden er ideeën over hoe je je kroost het beste kon opvoeden.

Het lijkt erop dat er in de zestiende eeuw op een andere manier werd gekeken naar executies. We stellen ons het publiek bij executies vaak voor als een hysterische, bloeddorstige massa, die wreed geweld als entertainment beschouwde en ongevoelig was voor de pijn van anderen. Maar was dit wel zo? Ooggetuigenverslagen bewijzen dat toeschouwers niet onbewogen bleven bij het zien van menselijk leed. Integendeel, ze hadden juist compassie met de persoon op het schavot.

Pijn en geweld werden in de vroegmoderne tijd echter niet per definitie als negatief of wreed beschouwd. Het feit dat ouders hun kinderen meenamen wijst erop dat executies belangrijke momenten van reflectie en bezinning waren. Het publiek werd er geconfronteerd met rechtvaardigheid, orde en de wet. Het kijken naar een terechtstelling was met andere woorden een belangrijke les.

Onrust en gevaar

Frans Hogenberg, Executie van Bathasar Gerards, 1584, detail (Rijksmuseum Amsterdam).

Toch ging het ook wel eens mis. Zo kon de aanwezigheid van kinderen bij terechtstellingen voor onrust zorgen. Op 8 november 1526 vaardigde het Hof van Holland een ordonnantie uit dat er geen ‘kinderen of ongekwalificeerde personen’ op het schavot mochten komen tijdens een executie, omdat ze de beul in zijn werk zouden hinderen. In de roerige jaren van de Nederlandse Opstand was het bijwonen van een terechtstelling voor kinderen zelfs ronduit gevaarlijk. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de volgende passage van de kroniekschrijver Marcus van Vaernewijck die een executie in 1567 beschrijft:

‘Noch esser doot bleven ter stede, een joncxkin van ontrent XIIIJ jaren, dat maer ghecommen en was van Brugghe, ende was ghestaen up eenen waghene om te beter de justicie te ziene.’

Het wekt dan ook weinig verbazing dat de ouders van de Middelburgse Pieter Joossen hun zoon in dezelfde periode verboden om te gaan kijken naar een terechtstelling. In een kroniek blikt de man terug op zijn jeugd:

‘(…) soo ick se hebbe sien hanghen, naedat sy al doot én gestorven waeren, en de sentencie volbrocht was – want de kinderen, gelijck ick was, niet weleer mochte(n) commen sien om de oploopen, die in(t) dooden van sulke lieden toe geschieden.’

Tegelijk blijkt uit deze passage dat Joossen normaal gezien wél aanwezig mocht zijn bij executies. De bezorgdheid van zijn ouders kwam voort uit het direct gevaar dat met terechtstellingen gepaard kon gaan. Hun vrees had maar weinig te maken met het ‘beschermen’ van Joossen tegen de aanblik van een bloederige executie en geweld.

Meer lezen?

Friedland, Paul, Seeing justice done: The age of spectacular capital punishment in France, Oxford, United Kingdom, 2012.

Jarzebowski, Claudia en Safley, Thomas M. (red.). Childhood and emotion: Across cultures 1450-1800, Londen, 2014.

Spierenburg, Pieter, The Spectacle of Suffering: Executions and the Evolution of Repression, from a Preindustrial Metropolis to the European Experience, Cambridge, 1984.

Isabel Casteels is als aspirant FWO verbonden aan de onderzoeksgroep Nieuwe Tijd van de KU Leuven. Ze doet onderzoek naar de rol van executies en terdoodveroordelingen tijdens de Nederlandse Opstand.

Titelafbeelding: Philips Galle, naar Pieter Bruegel (I), Rechtvaardigheid, 1559, detail (Rijksmuseum Amsterdam).

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.