In het Hemels Emporium van welwillende kennis, een Chinese encyclopedie, staat geschreven dat dieren als volgt kunnen worden ingedeeld:
- Degene die toebehoren aan de keizer
- Gebalsemde
- Getemde
- Speenvarkens
- Zeemeerminnen
- Fabeldieren
- Zwerfhonden
- Degene die in deze classificatie zijn opgenomen
- Degene die tekeergaan als dwazen
- Ontelbare
- Degene die getekend zijn met een heel fijn kameelharen penseel
- Et cetera
- Degene die net een vaas hebben gebroken
- Degene die in de verte op vliegen lijken
Het is een lijst die ons verbaast. De encyclopedie heeft wellicht nooit bestaan – het enige spoor ervan is een citatie door de Argentijnse schrijver Jorge Luis Borges, in een korte tekst over De analytische taal van John Wilkis (1942). Borges wilde aantonen dat classificatiesystemen altijd iets arbitrairs hebben. De manier waarop we in het Westen naar de wereld kijken – de associaties die we maken, de zaken die volgens ons bij elkaar horen – is altijd voorwaardelijk; het is slechts een van de vele manieren waarop we de wereld kunnen bekijken. De westerse logica is niet dé logica, het is slechts een logica.
De lijst werd beroemd dankzij de Franse filosoof Michel Foucault, die er De woorden en de dingen mee opende. De lijst, schreef Foucault, is lachwekkend, maar ook ongemakkelijk. Op allerlei vlakken strijdt ze met ons gevoel voor een juiste orde. Het probleem is niet elk individueel onderdeel van de lijst, maar precies het feit dat ze in een genummerde lijst staan. Er zitten overlappingen en hiaten in. Er zitten degene in ‘die in deze classificatie zijn opgenomen’. En dan zijn er nog de ‘et cetera’, die niet eens aan het einde van de lijst staan. De opsomming der dieren inspireerde Foucault tot het idee dat elke cultuur en elke tijdsperiode haar eigen onderliggende aannames heeft over wat aanvaardbaar is en wat niet. Het probleem is niet dat de lijst niet klopt. Het probleem is dat de lijst de grenzen aantoont van wat kan kloppen.
De Chinese encyclopedie toont tegelijk de dwingende kracht en het angstaanjagende van een lijst.
Tekst: Elwin Hofman