De passie van de privéverzamelaar: de vrijgevigheid van een Leuvense amateur d’art contemporain

Gastblog door Anne Liefsoens

In ieder van ons schuilt een verzamelaar: het begon met dat eerste emmertje schelpen op het strand, het vel postzegels als cadeau van nonkel Swa of het (s)leuren met Pokémonkaarten. Sommige verzamelaars ontgroeien de lokroep van het collectioneren nooit en storten zich zelfs op het bijeenbrengen van blitse auto’s, exquise cognac of kunst. Dat gold ook voor de kunstverzameling die in de jaren 1930 mee aan de wieg stond van de collectie van het prille stedelijk museum van Leuven – vandaag M Leuven. Auguste Van Ermen is the man of the hour: als privéverzamelaar schonk hij in zijn testament een gevarieerde selectie kunstwerken aan stad Leuven. Op zijn grote liefde, de kunsten, heeft hij niet enkel als verzamelaar en schenker een stempel gedrukt. Hij was tevens op andere fronten actief, onder meer als lid van de commissie die de Leuvense Academie voor Schone Kunsten bestuurde en als verenigingslid van de allereerste “Vrienden van het museum van Leuven”. Wie was deze veelzijdige kunstminnende Leuvenaar?

Figuur 1: Het museum in het stadhuis van Leuven, ansichtkaart (Bron: collectie M Leuven, inv. nr. LP/932-b, foto: M Leuven).

Van Ermen werd in 1869 geboren in Leuven en groeide op in een welgesteld middenstandsgezin. Na een succesvolle schoolloopbaan studeerde hij af als kandidaat-notaris en werd hij als stadssecretaris één van de topambtenaren bij stad Leuven. In 1923 verliet hij de stadsadministratie om zich te vestigen als notaris. Die twee jobs maakten hem deel van een select gezelschap bevoorrechte Leuvenaars die de stad mee op de kaart wilden zetten. Het ging de stad immers economisch voor de wind: de fabrieken aan de Vaart draaiden op volle toeren en het station maakte de stad vlot bereikbaar.

Te midden van dit positieve klimaat had het liberale stadsbestuur een ambitieuze missie: het vergroten van de uitstraling en de aantrekkingskracht van Leuven. Kunst speelde daarin een belangrijke rol. In het centrum van Leuven waren twee cultuurtempels voor (beeldende) kunst gevestigd: de Academie voor Schone Kunsten en het stedelijk museum, en beide werden door Van Ermen actief ondersteund.   

Allereerst: de Leuvense Academie. Tot aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog nam deze een prominente plaats in binnen het cultuurleven van de stad. Door middel van een bestuurlijke commissie waakte de stad zélf over de werking van die Academie. Van Ermen maakte vanaf 1920 tot aan zijn dood deel uit van deze commissie. De bedoeling van de Academie was om goedgeschoolde kunstenaars af te leveren die hopelijk ooit eeuwige roem zouden verwerven. Het gaat dan vooral om toenmalige ‘hedendaagse’ kunstenaars, tijdgenoten van Van Ermen, die hij advies gaf en van wie hij kunstwerken kocht zoals prenten, beeldhouwwerken en schilderijen.

Figuur 2: Omer Dierickx, Portret van Auguste Van Ermen, olieverf op paneel (bron: collectie M Leuven, inv. nr. S/274/D, foto: M Leuven).

Verzamelaar Van Ermen liet ook zichzelf op doek vereeuwigen door de Leuvense kunstschilder Omer Dierickx, die eveneens nauw betrokken was bij het bestuur van de Academie. Kijk eens naar het portret hieronder: Van Ermen zit op een stoel en rust met zijn hoofd op zijn rechterhand. Met deze pose toonde hij zich een man van zijn tijd: onder meer de beroemde schrijver Victor Hugo liet zich op deze manier portretteren.

Ten tweede hadden succesvolle kunstenaars-to-be voorbeelden nodig om de kunstpraktijk onder de knie te krijgen. Daarvoor konden ze terecht bij de museumverzameling van de stad, die op dat moment op de tweede verdieping van het historische stadhuis te bewonderen was. Er was echter nood aan meer geschikte tentoonstellingsruimte voor de museale collectie. Victor Vanderkelen, een gefortuneerd Leuvens industrieel, politicus en kunstliefhebber trad op als redder in nood. Hij schonk in 1917 de woning van zijn ouders, voormalig burgemeester Léopold Vanderkelen en Maria Mertens, aan het stadsbestuur op voorwaarde dat er een museum werd ondergebracht dat gratis toegankelijk moest zijn voor de studenten van de Leuvense Academie.

Op 12 september 1920 opende het nieuwe museum plechtig haar deuren, en Van Ermen droeg daar op twee manieren zijn steentje toe bij. In de eerste plaats werd hij lid van Les Amis du Musée de Louvain: deze vereniging van lokale prominenten zoals de burgemeester, entrepreneurs en de hoge geestelijkheid stond in voor de aankoop van kunstwerken om de museumcollectie mee te verrijken. In de tweede plaats liet hij zelf een bonte kunstverzameling van tekeningen, sculpturen en schilderijen van bijna uitsluitend Belgische kunstenaars en tijdgenoten na.

Figuur 3: James Ensor, Visser, 1880, houtskool op papier (Bron: collectie M Leuven, inv. nr. G/2/E. Foto: Paul Laes voor M Leuven).

Anno 2024 zijn zeven kunstwerken uit Van Ermens schenking door M Leuven bestempeld als ‘sleutelstukken’. Dat zijn kunstobjecten met een internationale uitstraling, een bijzondere cultuurhistorische, artistieke of andere betekenis, of een zeldzaam of onmisbaar karakter hebben. Deze kunst behoort, samen met andere werken uit zijn verzameling, tot de must sees in de tentoonstellingszalen die je nu kan komen bewonderen in De Collectie van M – zoals onder andere onderstaande tekening van de Oostendse schilder James Ensor.

Een auto-ongeval in Brussel maakte op 26 april 1930 een einde aan het leven van Van Ermen. In de lokale pers werd meteen lovend over hem geschreven: hij liet een grote leegte achter in de Leuvense elite. Amper vijf maanden na zijn overlijden werd zijn verzameling geëxposeerd in een tentoonstellingszaal die zijn naam droeg: ‘Salle Van Ermen’. Hiermee werd eer betoond aan een rasechte Leuvense verzamelaar, een vrijgevig schenker en een museumvriend van het eerste uur! Voor musea was (en is) de gulheid van privéverzamelaars van vitaal belang. Niet alleen de schenking van hun kunstobjecten, maar ook het verhaal dat achter die verzameling schuilt, is essentieel. Een verhaal van échte mensen dat de bezoeker telkens opnieuw kan ontdekken.

‘Legaat gedaan aan de stad door wijlen Heer Augustin Van Ermen, notaris en gewezen stadssecretaris’, 1933 1930. SAL 12029. Stadsarchief Leuven.

Lutgarde Bessemans en Vrienden van de Leuvense stedelijke musea. ‘Arca Lovaniensis artes atque historiae reserans documenta’. Jaarboek 1992, 1994.

Marie-Christine De Weerdt en Leen Franck. ‘150 jaar conservatorium|200 jaar academie. Tentoonstelling oud-leraars schilders-grafici van de Stedelijke academie voor schone kunsten van Leuven’. Leuven: Acco, 1985.

Anne Liefsoens is student in het onderzoeksseminarie cultuurgeschiedenis na 1750. Ze schrijft in het academiejaar 2023-2024 een masterproef met als titel: ‘De privéverzamelaars in de schoot van het stedelijk museum Leuven (1850-1939): sociaal-culturele netwerkanalyse en economische component’.

Titelafbeelding: Zaalzicht Collectie van M, 2024, M Leuven. Foto: Dominique Provost voor M Leuven.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.