Door Kas Swerts
Het zal je allicht niet verbazen, maar op mijn bureau in het ADVN | archief voor nationale bewegingen ligt een boek van een historicus. Schets eener geschiedenis der Vlaamsche beweging van de Gentse professor Paul Fredericq (1850-1920). Over de rol van het werk en de historicus in de geschiedenis van de Vlaamse geschiedschrijving zal ik niet verder uitweiden. Het boek intrigeert me omwille van nog een ander gegeven: het is de gesigneerde kopie van de Vlaamse twintigste-eeuwse politicus en historicus Maurits Coppieters (1920-2002).
Een handtekening in een boek. Niets speciaals denk je misschien. En tóch is het levensbelangrijk. Die kleine kribbel in blauwe inkt is immers een glimp, een vleugje van een verleden leven. Van een persoon die in een andere context, met andere waarden en inzichten dan de onze, heeft nagedacht, gelachen, geweend en liefgehad. Iemand die op een bepaald moment, met zijn pen in de hand, zichzelf in het werk van een ander heeft geïntroduceerd. Hij zit daardoor in zekere zin via zijn kribbel in het boek gevangen. En iedere keer als ik het boek opensla en die handtekening zie, breng ik Coppieters zo een beetje terug tot leven. Ik laat, om het mooier te verwoorden, Coppieters’ “geest” uit de (boeken)fles.

Spokenleer
De Franse filosoof Jacques Derrida (1930-2004) had op het einde van de twintigste eeuw al nagedacht over zulke ‘geesten’. Na de val van de Berlijnse Muur in 1989 en het einde van de Koude Oorlog stonden debatten over de toekomst van het communisme hoog op de intellectuele agenda. Grote verklaringen zoals “het einde van de geschiedenis” van de Amerikaanse politicoloog Francis Fukuyama en de ‘dood’ van het communisme waren daarbij schering en inslag. Derrida stelde dit allemaal in vraag.

De Franse filosoof greep daarvoor terug naar een van de basiswerken van de communistische ideologie. De Duitse filosoof Karl Marx begon zijn Communistisch Manifest uit 1848 immers met een iconische frase: “Een spook waart door Europa – het spook van het communisme”. Derrida nam deze zin van Marx gretig over. Hij gebruikte het in 1993 als de titel van zijn werk Spectres de Marx (Schimmen van Marx) om een antwoord te bieden aan die grote doodsverklaringen op het einde van het vorige millennium. Communisme, aldus de Fransman, is net als een spook. Het laat zich niet zomaar naar het verleden (en de dood) verbannen. Het blijft, ondanks onze verwoede pogingen, verder in het heden ronddwalen.
Derrida’s observatie groeide in de volgende decennia uit tot de theorie van ‘hauntology’ (spokenleer). Die stelt dat er in het heden verschillende fragmenten, aspecten, elementen bestaan uit het verleden die, hoewel niet bedoeld, zijn ‘blijven hangen’. Ze geven daardoor een soort onwennig gevoel: er blijft iets vreemds rondspoken dat je niet helemaal kan vatten. Die onwennigheid laat zich op verschillende terreinen voelen. De monumenten ter ere van Leopold II zijn bijvoorbeeld zo’n ‘onwennige’ of ‘spookachtige’ verschijnsels. Ze hebben in de laatste jaren al meermaals tot verhitte discussies geleid over hun toekomst en relevantie. Het toont hoe Leopold II – hoewel hij al meer dan een eeuw geleden overleden is – nog in zekere zin ‘springlevend’ is en blijft rondspoken in onze hedendaagse samenleving.
Les archives ne sont pas mortes
De vraag blijft natuurlijk: waar kun je spoken spotten en hoe vind/zie je ze? Spoken komen immers in verschillende geuren en kleuren, en verschijnen dus ook op verschillende plaatsen en op verscheidene manieren.

Een archief lijkt in de eerste plaats niet op zo’n spookachtige locatie, maar niets is minder waar. Een archiefinstelling kan je immers als een papieren mausoleum voorstellen. Elk handgeschreven briefje, elke opgestuurde postkaart (met al dan niet bewaarde postzegel), elk dagboek, elk kladbriefje, elke handtekening in een boek, allemaal zijn ze papieren getuigenissen van mensenlevens die er niet meer zijn. En allemaal zitten ze braaf samen in kartonnen archiefdozen die dan weer in rijen op rekken staan opgestapeld. Als je dit allemaal samentelt, kan je niet anders dan vaststellen: een archief is een uiterst geschikte plaats om een spook te spotten!
Historici voelen dit onbewust ook aan. Elke historicus/a kan je vol enthousiasme vertellen over hun archief-speurtochten. Er zit immers steeds een element van avontuur in. Een archiefdoos openen kan tot verrassende inzichten leiden, nieuwe ontdekkingen, een totaal andere benadering van een onderwerp! Maar er schuilt ook steeds een risico in: wat als ik iets ontdek dat ik niet wilde/mocht vinden? Wat als ik per ongeluk een ‘spook’ tegenkom en loslaat in het archief (en de wereld)?
Dat heimelijke gevoel dat historici ervaren wanneer ze voor de eerste keer een archiefdoos openen, is niets minder dan hun ‘ghost-sensor’ die in maximum overdrive gaat.
Zijn historici ghostbusters?
Die ‘ghost-sensor’ stelt historici ook voor een groot probleem. Geschiedenis gaat (traditioneel) immers om het verleden, niet om het heden. Het hele beroep (en zelfbeeld) van historici staat in het teken van het verleden en het bestuderen ervan. Maar wat dan met de spoken die je tegenkomt? Moet je een spook bestrijden zoals een ghostbuster, of er toch eerder in gesprek mee gaan zoals een spiritueel medium? Moeten historici, anders gezegd, het verleden steeds op een afstand bewaren, of mogen ze toch (een beetje) aanwezig zijn in hun onderwerp? Het zijn enkele vragen die elke historicus/a aan zichzelf moet stellen wanneer hij/zij de volgende keer een archief binnenstapt.
Eén zaak staat wel vast: when there’s something strange, in your neighbourhood, weet je alvast wie je moet bellen.
Meer lezen?
Kassandra Spooner-Lockyer en Katie Kilroy-Marac, “Ten Things about Ghosts and Haunting”, Anthropology News, 2021, https://www.anthropology-news.org/articles/ten-things-about-ghosts-and-haunting/.
Tricia Toso, Kassandra Spooner-Lockyer en Kregg Hetherington, ‘Walking with a Ghost River: Unsettling Place in the Anthropocene’, Anthropocenes – Human, Inhuman, Posthuman 1, nr. 1 (2020): 3.
Kas Swerts is als doctor-assistent verbonden aan de Onderzoeksgroep Cultuurgeschiedenis vanaf 1750 van de KU Leuven. Ze werkt tevens als onderzoeker binnen het ADVN |archief voor nationale bewegingen en is directeur van het internationale netwerk NISE (National Movements and Intermediary Structures in Europe). Hiernaast is ze als redacteur verbonden aan de tijdschriften WT – Tijdschrift over de geschiedenis van de Vlaamse beweging en Studies on national movements.
Titelafbeelding: Foto van het archief van de Vlaamse Toeristenbond, dat in het ADVN | archief van nationale bewegingen in Antwerpen ligt, verrijkt met het iconische symbool van de populaire film Ghostbusters uit 1984. Foto genomen en bewerkt door Kas Swerts.