Gastblog door Mick Feyaerts
Eerst lekker eten samen en daarna gezellig, languit in de zetel, een filmpje kijken. Dat deze formule zou verworden tot één van hun populairste avondactiviteiten, zullen de katholieke zusters van Saint-André in Kikwit – een stadje in het westen van Congo (vroeger Zaïre) – niet hebben verwacht toen ze in 1980 voor het eerst samenkropen voor de VHS-speler die hen vanuit het Doorniks moederhuis was opgestuurd. De apparatuur en de bijbehorende stapel videocassettes waren bedoeld om de onderwijsactiviteiten van de congregatie te ondersteunen, maar gingen ook al snel fungeren als sociaal bindmiddel tussen hen en de collega’s van naburige katholieke congregaties.
Sinds 1952 runden deze Belgische zusters in Kikwit het Institut Saint-André, een middelbare meisjesschool, die gaandeweg uitgroeide tot één van de paradepaardjes van de plaatselijke katholieke missie. Het kwaliteitsvol onderwijs in het prestigieuze instituut trok niet alleen de dochters van évolués aan, het prikkelde bij sommigen onder hen ook een religieuze roeping. Vanaf de jaren zestig breidde de congregatie dan ook uit met Congolese zusters. Omwille van de continue groei van zowel het aantal leerlingen als het aantal zusters, bleef het Belgische moederhuis investeren in de ontwikkeling van haar Congolese tak. De VHS-speler of magnetoscoop was één zo’n investering. Maar voor wat werd het apparaat juist gebruikt? Welke films werden er dan gespeeld? En wat betekende het voor de sociale cohesie onder de katholieken in Kikwit?
Onderwijs en vorming
In 1989 stelden de Belgische missiezusters een uitgebreid rapport op om hun Doornikse consœurs te informeren over het gebruik van hun gulle gift. Het document leest als een aaneenschakeling van – vaak onverhoopte – successen. De grootste gebruikers bleken de leerlingen van de middelbare school: sommige lessen werden ondersteund met videomateriaal, en minstens twee keer per week diende de VHS-speler als namiddagactiviteit voor de meisjes van het internaat. Vaak werd er gekozen voor één- of meerdelige documentaires – bijvoorbeeld over de geschiedenis van Mexico en Zuid-Afrika, de biologie van het Afrikaanse continent, of de verschillende groeistadia van een baby. Daarnaast had de congregatie ook een collectie langspeelfilms ter haar beschikking. Omwille van het verondersteld educatief potentieel van de verhaallijnen, werden die cassettes minstens even vaak bovengehaald. Films als Ghandi (1982), Ben Hur (1959), Monsieur Vincent (over de 17de-eeuwse priester Vincent de Paul, uit 1947) en A Man for All Seasons (over Thomas More, uit 1966) gaven op een ontspannende manier morele, religieuze en theologische boodschappen mee aan de leerlingen.
Dit soort films diende eveneens ter ondersteuning van de religieuze en spirituele vorming van de jonge zusters van andere congregaties uit de buurt. De zusters Annuntiaten van Heverlee en de Soeurs de la Divine Providence, die beiden hun opleidingscentra in Kikwit hadden, stuurden wekelijks hun novices naar de zusters van Saint-André voor een namiddagfilm. Het maakte een standaardonderdeel uit van hun opleiding. Ook voor postulantes en aspirantes, die nog maar in de beginfases van hun zusteropleiding zaten, werden er regelmatig vertoningen georganiseerd. In het lokale katholieke retraitecentrum Kipalu, waarin de zusters van Saint-André ook actief waren, werd eveneens gretig gebruik gemaakt van de technologie. Daar koos men vooral voor films over inspirerende katholieke figuren, zoals Moeder Theresa en – uiteraard – Jezus van Nazareth.
Filmes avec profondeur
Voor de gezinnen uit de lokale makwela – een arbeiderswijk – zetten de zusters van Saint-André ook regelmatig hun deuren open. De kleine kindjes werden elke zondag geëntertaind met tekenfilms zoals Bambi of Sneeuwwitje. Hun ouders konden dan weer Dustin Hoffman en Meryl Streep zien schitteren in Kramer vs. Kramer. Deze Amerikaanse dramafilm uit 1979 over de impact van een scheiding moest natuurlijk ontspannen, maar gaf vooral ook bepaalde christelijke gezinsidealen mee aan de jonge ouders uit de makwela. De anti-abortusfilm The Silent Scream diende hetzelfde doel, terwijl documentaires over aids/HIV een belangrijke sensibiliserende functie hadden.
Vertoningen hoefden echter niet alleen maar leerrijk, inspirerend, of sensibiliserend te zijn. De zusters omarmden het ontspannend potentieel van de VHS-speler en stelden deze graag ter beschikking van de leerkrachten van hun school en ander personeel. Eén avond per week konden zij kiezen uit de collectie van documentaires en langspeelfilms, maar voor hen waren ook luchtigere zaken – zoals een theaterstuk in het Lingala, wat concerten, en één enkele voetbalmatch – op cassette gezet. Niettemin was de grote trots van de zusters hun collectie van “films met diepgang”. Uit het rapport van 1989 bleek dat het al bij al beperkte aanbod hen maar weinig deerde. Het meermaals herbekijken van de films was, vonden ze, immers noodzakelijk om er alle betekenislagen uit te kunnen halen. En als de zusters toch zin hadden in iets nieuws, konden er altijd elders casettes uitgeleend worden via een plaatselijk videotheeksysteem.
Broederlijk delen
In het besluit van hun rapport bejubelden de zusters de VHS-speler en de cassettes als “magnifieke instrumenten […] voor de vorming, een middel van [religieuze] getuigenis en van broederlijk delen, waarvoor we dankbaar moeten zijn”. In een klein decennium groeide de VHS-speler in Kikwit inderdaad uit tot een belangrijk medium voor de overdracht van kennis, inzichten en idealen. Zowel in het middelbaar onderwijs, de religieuze vorming van jonge religieuzen, als het sociaal werk bewees de nieuwe technologie hen een waardevolle dienst.
Maar de VHS-speler was veel meer dan een innovatieve technologie die de zusters van Saint-André interessante opties bood om hun onderwijs in Congo te moderniseren. Het was ook een bron van inzichten en ontspanning die ze konden delen met religieuzen uit de buurt, en daardoor werd het een belangrijk fundament van onderlinge vriendschappen. Een filmpje kijken groeide uit tot een gangbare activiteit onder vrienden. In 1985 bijvoorbeeld vierden de zusters Oudjaar samen met wel vijf andere congregaties, waaronder hun goede vriendinnen van de Annuntiaten, maar ook een aantal paters Jezuïeten en broeders Josefieten. Na een uitgebreide maaltijd, waarbij elke gemeenschap instond voor een welbepaald deelgerecht – de zusters van Saint-André verzorgden het dessert –, verzamelden alle genodigden zich voor de buis om het nieuwe jaar in te zetten met een vertoning van het internationaal circusfestival van Monte Carlo.
Hoewel hun dagboeken onthullen dat de Saint-André-gemeenschap in Kikwit ook voordien maandelijks zusters van andere congregaties uit de buurt uitnodigde voor een diner, en al even regelmatig zelf ergens te gast was, gaf de videospeler toch een nieuwe dimensie aan deze bijeenkomsten. De verhalen op het scherm vormden nieuwe gespreksonderwerpen, vulden volledige avonden, en maakten van de gemeenschap van Saint-André de place-to-be. Deze historie bewijst dat nieuwe technologieën vaak meer doen dan enkel de efficiëntie van bepaalde activiteiten bevorderen. Ze worden gedeeld, beleefd, en in gezelschap ervaren, en verworden zo tot fundamenten van sociale relaties.
Meer lezen?
Birgit Meyer, Sensational movies: video, vision, and Christianity in Ghana, California, 2015.
Idesbald Goodeeris, Missionarissen: Geschiedenis, herinnering, dekolonisering, Leuven, 2021.
Vincent Viaene, ‘The Second Sex and the First Estate: The Sisters of St-André between the Bishop of Tournai and Rome, 1850-1886’, The Journal of Ecclesiastical History, Vol. 59 (3), 2008.
Mick Feyaerts is als doctoraatsonderzoekster verbonden aan de onderzoeksgroep Geschiedenis van Moderniteit en Samenleving. Ze voert onderzoek naar de recente geschiedenis van katholieke zustercongregaties in Congo/Zaïre. Titelafbeelding: Zuster Monique kijkt met haar klasje naar een filmvertoning, Archieven Soeurs de Saint-André de Tournai