Door Kate Kangaslahti
In oktober 2022 lieten de organisatoren van een grote Piet Mondriaan-tentoonstelling in Düsseldorf de wereldpers weten dat het schilderij New York City I uit 1941 al meer dan 75 jaar ondersteboven hangt. De Nederlandse abstracte kunstenaar maakte het werk na zijn verhuizing in 1940 van Londen naar de Verenigde Staten. Op dit typische witte doek verweefde Mondriaan lijnen van rode, gele, zwarte en blauwe plakband tot een rastervormig geheel. Inspiratie hiervoor haalde hij bij de vele wolkenkrabbers in zijn nieuwe woonplaats. Sinds het Museum of Modern Art (MoMA) in New York het werk in 1945 voor het eerst tentoonstelde, bevonden de meest dicht op elkaar geplakte banden zich aan de onderzijde van het veelkleurige tafereel. Een foto uit Mondriaans atelier, genomen kort na zijn dood in 1944, toont aan dat dit wel eens om een vergissing zou kunnen gaan. “De verdikking van het raster zou aan de bovenkant moeten zitten, als een donkere lucht”, stelde Susanne Meyer-Büser, conservator bij de Kunstsammlung Nordrhein-Westfalen. “Ik weet 100 procent zeker dat het doek verkeerd om zit.”

Niet de eerste keer
Mondriaans werk was niet het enige dat exposanten in het MoMA onbedoeld ondersteboven hingen. Op de tentoonstelling The Last Works of Henri Matisse in 1961, hing zijn werk Le Bateau – een eenvoudige papieren uitsnede van een zeilboot en de weerspiegeling ervan – 47 dagen lang omgekeerd. Het was de scherpzinnige museumbezoekster Genevieve Habert die de flater uiteindelijk opmerkte. Ze was er zeker van dat de kunstenaar nooit de meer complexe voorstelling van het zeil onderaan en de eenvoudige driehoek bovenaan zou hebben geplaatst. Habert probeerde een bewaker van het museum op de fout te wijzen, maar hij stuurde haar weg met de woorden: “Je weet niet wat boven is en je weet niet wat onder is en wij ook niet.” Pas nadat ze met haar zorgen naar de New York Times stapte en de krant het verhaal publiek maakte, gaf het museum zijn onvoorzichtigheid toe.
Dat zowel het papier coupé (papierknipsel) van Matisse als Mondriaans New York City I niet gesigneerd waren kan een reden zijn voor het zo lang onopgemerkt blijven van de oriëntatiefouten. In het tijdperk van abstracte schilderkunst is een handtekening immers het zekerste teken (woordspeling bedoeld…) van wat boven is en wat onder. Maar zelfs dat is niet altijd genoeg om fouten te voorkomen. In 1952 wezen twee schoolkinderen er bijvoorbeeld de medewerkers van het Stedelijk Museum Amsterdam op dat de handtekening op Paul Klee’s schilderij Ludus Martis (1938) ondersteboven stond.

Draai haar
Dergelijke problemen waren niet eigen aan de abstracte twintigste-eeuwse kunst. De eerste onzekerheden ontstonden toen Europese kunstenaars vanaf de negentiende eeuw de perfecte afwerking van de academische schilderkunst begonnen te verwerpen ten voordele van experimenten met de effecten van licht en kleur. In 1862 circuleerde er in de Britse pers een – waarschijnlijk verzonnen – anekdote over de overleden Engelse meester William Turner. De manager van de jaarlijkse tentoonstelling van de Royal Academy was blijkbaar bezorgd dat hij een bijzonder sfeervol landschap van Turner verkeerd had opgehangen en vroeg de kunstenaar om instructies. In een woordspeling verwijzend naar zijn eigen achternaam zou de schilder geantwoord hebben: “Turn Her” (“draai haar”).
Het publiek, dat zich doorgaans sceptisch opstelde tegenover de moderne schilderkunst, wist zich vaak hevig te vermaken met de fouten van exposanten. Een eenvoudig landschapsschilderij van de Amerikaanse realistische schilder George Bellows, dat een blauwe vijverpartij afbeeldt, werd aanvankelijk ondersteboven opgehangen op een tentoonstelling in Michigan in 1915. Drie weken lang werd het omgekeerde Blue Pool door een aantal andere kunstenaars bewonderd als “een zeer moderne voorstelling”, totdat de exposanten hun fout inzagen. Het incident werd het onderwerp van “veel vrolijkheid in de Detroitse pers”, meldde Indianapolis News destijds.

Deze kant omhoog
De muur van een museum of galerie was niet de enige plek waar moderne kunstenaars zich zorgen moesten maken over de presentatie van hun werken. Ondersteboven in een publicatie verschijnen vormde nog een groter gevaar, omdat – eens gedrukt – de oriëntatiefout eeuwig kon blijven voortleven. De abstracte schilder Wassily Kandinsky schreef altijd de woorden “bovenkant” en “onderkant” bij foto’s van zijn werken om verwarring te voorkomen. Toen redacteur André de Ridder in 1933 een speciale uitgave van het Belgische tijdschrift Sélection over de kunstenaar aan het voorbereiden was, drukte Kandinsky hem dan ook op het hart: “Let er alstublieft op dat de reproducties in uw tijdschrift de juiste kant op staan, en niet ondersteboven! […] Geloof me, als ik een reproductie ondersteboven zie, word ik bijna zeeziek! Het voelt alsof ik met mijn voeten omhoog in de lucht hang.” De Ridder volgde de aanwijzingen van de kunstenaar, maar anderen waren minder oplettend. Kandinsky werd bijvoorbeeld woedend toen hij in 1938 zijn schilderij Composition IX ondersteboven afgedrukt zag staan in het Franse boek Histoire de l’art contemporain.
De ironie van Kandinsky
Er schuilt een zekere ironie in Kandinsky’s ergernis, die zijn eigen ontdekking van de abstractie toeschreef aan een opvallende openbaring uit 1910. Toen hij op een avond zijn atelier in Murnau binnenkwam, werd hij opeens getroffen door de “buitengewone schoonheid” van een op het eerste zicht onbekend werk dat er tegen de muur stond. Na de initiële overweldiging merkte Kandinsky op dat de levendige kleurencombinatie gewoon een omgekeerd schilderij van hemzelf was. Vanaf dit moment raakte hij ervan overtuigd dat kunst helemaal geen representatie van de werkelijkheid hoefde te zijn. Als we deze onthulling mogen geloven speelde een ondersteboven geplaatst werk zo een sleutelrol in de ontwikkeling van de abstracte schilderkunst in het Europa van de twintigste eeuw.
In het geval van Mondriaans New York City I is het nu te laat om de fout recht te zetten. Na meer dan vijfenzeventig jaar beginnen de stukken tape die het raster van het werk vormen los te komen. Als het doek nu de andere kant op zou worden gedraaid, zal de zwaartekracht het kwetsbare werk beschadigen. Ondersteboven hangen lijkt zo uiteindelijk het lot van deze Mondriaan te zijn geworden.
Meer lezen?
Pepe Karmel, Abstracte kunst: een wereldgeschiedenis (Zwolle: WBooks, 2020).
Nan Roberston, “Modern Museum is Startled by Matisse Picture”, New York Times, 5 december 1961.
André de Ridder (Red.), Wassily Kandinsky: Sélection: Chronique de la vie artistique XIV (Antwerpen: Éditions Sélection, 1933).
Simone van Zwienen, “Schilderij van Mondriaan hangt al decennia ondersteboven, maar Duits museum wil het kunstwerk niet meer omdraaien”, Het Laatste Nieuws, 29 oktober 2022.
Kate Kangaslahti is een onderzoeksmedewerker bij de Onderzoeksgroep Cultuurgeschiedenis vanaf 1750 aan de KU Leuven. Haar onderzoek richt zich op de relatie tussen visuele cultuur en politiek in de eerste helft van de twintigste eeuw. Momenteel is ze ook docent aan het Instituut voor Europese Cultuur en Samenleving en mededirecteur van MDRN, een onderzoekslaboratorium voor literaire en culturele studies, met een focus op de eerste helft van de twintigste eeuw in Europa.
Titelafbeelding: Strip ontworpen door Kate Kangaslahti (met excuses aan Roy Lichtenstein).