Maandelijks archief: januari 2015

The Imitation Game

Sinds kort speelt The Imitation Game, een historische thriller over het leven van Alan Turing, in de Belgische cinemazalen. Spoilers: Turing was een Britse wiskundige die tijdens de Tweede Wereldoorlog een cruciale rol speelde bij het kraken van de Enigmacodes, de codes waarmee de Duitse troepen hun radioberichten versleutelden. Na de oorlog werkte hij verder aan allerlei wiskundige innovaties en legde hij mee de basis van de moderne computer. In 1952 werd Turing aangeklaagd en veroordeeld voor homoseksuele handelingen. De rechter stelde hem voor de keuze tussen een gevangenisstraf en een hormonenbehandeling die zijn libido moest verlagen. Hij koos het laatste. In 1954 werd Turing in zijn huis dood aangetroffen; vermoed wordt dat hij zelfmoord pleegde. In 2013 kreeg hij van de Britse Queen postuum pardon voor zijn veroordeling voor homoseksualiteit. En nu is er dus een film over zijn leven.

Eindelijk eerherstel!

De film is (ietwat losjes) gebaseerd op een biografie van Turing door Andrew Hodges uit 1983 en focust op drie periodes in zijn leven: zijn moeilijke jeugd als zonderling, zijn tijd als cryptograaf tijdens de Tweede Wereldoorlog, en zijn vervolging, veroordeling en depressie. Het stond in de sterren geschreven dat The Imitation Game het goed zou doen: met een topacteur als Benedict Cumberbatch (Sherlock), een getormenteerde underdog als held en een vleugje oorlogsheroïek kon er weinig misgaan. De kritieken waren dan ook grotendeels lovend. De portrettering van Turing door Cumberbatch oogstte bijzondere lof. Acht Oscarnominaties konden niet uitblijven.

Alan Turing in 1951.
Alan Turing in 1951.

Verschillende belanghebbende partijen drukten hun tevredenheid met de film uit. Leden van Turings familie, bijvoorbeeld, prezen de film voor de accurate portrettering van hun oom. De grootste Amerikaanse holebirechtenorganisatie, Human Rights Campaign, huldigt op 31 januari de filmmakers tijdens een galadiner in New York. Voorzitter Chad Griffin meldde dat ‘Alan Turing was a true hero’, ‘yet during the most tragic part of his lifetime, he stood alone and endured unimaginable torment and shame because he was gay’. De film, zo ging Griffin verder, gaf nu miljoenen mensen over de hele wereld de kans om deze briljante man te waarderen voor zijn baanbrekende werk. Turing was in ere hersteld.

Een kunstwerk vol fouten

Toch verkeerde niet iedereen in jubelstemming. The Imitation Game nam het namelijk niet al te nauw met historische feiten. Zoals vaak bij historische films werden allerlei gebeurtenissen en beslissingen verdicht op Turing en zijn naaste omgeving. Turing was veel minder de enige verantwoordelijke voor het breken van Enigma dan de film laat uitschijnen. Voor een subplot waarbij Turing contact had met de MI-6 is bovendien geen enkele aanwijzing. Ook bij de karakterisering van Turing permitteerden de filmmakers zich grote creatieve vrijheid: zoals sommige recensenten opmerkten, werd Turing wel heel erg als sociaal gehandicapt voorgesteld. Hij kan niet samenwerken met anderen, niet lachen, niet flirten. Nochtans zijn er getuigenissen van collega’s die beweren dat Turing veel gevoel voor humor had en goede banden met zijn collega’s onderhield. Turing lijkt in The Imitation Game wel heel erg op Cumberbatch’ andere antisociale genie – Sherlock Holmes.

Waterlelies van Monet.
Waterlelies van Monet.

Scenarioschrijver Graham Moore wuifde de kritiek weg. ‘Fact checking’ was niet de taal die gebruikt diende te worden om een film te bekritiseren. De film is een kunstwerk, geen Wikipediapagina. ‘You don’t fact check Monet’s Water Lilies. That’s not what water lilies look like, that’s what the sensation of experiencing water lilies feels like.’ (Er zit een zekere ironie in die uitspraak, want ook Monet kreeg tijdens zijn leven veel kritiek op zijn ongetrouwe voorstelling van waterlelies.) Het doel van de film was, aldus Moore, het publiek een idee te geven hoe Turing ‘voelde’, een ervaring van ‘Turing-ness’. Daar heeft hij uiteraard gelijk in, maar het blijft jammer dat dat moest leiden tot een wel erg herkenbaar gevoel. Volgens de filmmakers ‘voelde’ Turing kennelijk als het prototype van een sociaal onaangepast genie.

Gelukkig is het nu allemaal beter

The Imitation Game plaatst Turing natuurlijk ook in zijn tijd. Er is veel zorg besteed aan het historische kader en de filmmakers slagen er vrij goed in de tijdsperiode te schetsen. Er zijn echter ook kansen gemist. Turings homoseksualiteit, bijvoorbeeld, komt vooral negatief aan bod – iets waarmee het grote genie moest leven. Als wiskundige kende hij triomfen, als homoseksueel alleen ellende. Geen gekus, geen geflirt, geen (godbetert) seks. Alleen liefdesverdriet, chantage en vervolging. Turing wordt zo wel wat een ‘only gay in the village’. Dat is jammer, niet alleen omdat Turing wel degelijk seksueel actief was, en vrij open over zijn seksuele voorkeur communiceerde, maar ook omdat het een erg stereotiep beeld ophangt van de geschiedenis van de homoseksualiteit: tot het einde van de jaren zestig was homoseksueel zijn verschrikkelijk.

Benedict Cumberbatch als Alan Turing bij zijn machine om Enigma te kraken.
Benedict Cumberbatch als Alan Turing bij zijn machine om Enigma te kraken.

Inderdaad, er vonden mensonwaardige toestanden plaats in het Verenigd Koninkrijk, met verplichte behandelingen als psychoanalyse, hormoneninjecties en aversietherapie. In de jaren vijftig leefde bij veel homoseksuele mannen – meer dan voorheen – grote angst voor vervolging. Maar zeker in de jaren ’30 en ’40 floreerde in de grote steden ook een flamboyant homoseksueel uitgaansleven – zoals Turing persoonlijk kon ervaren. De facto was er ook een grote tolerantie en zelfs aanvaarding van homoseksuelen door hun omgeving, meer dan soms later het geval was. Heel wat homo’s waren helemaal geen getormenteerde eenzaten. Daarvan zien we helaas weinig in The Imitation Game. De film toont vooral de vreselijkheden van de tijd. Ik wil zeker niet ontkennen dat die er waren, en dat het belangrijk is om ze in herinnering te houden, maar die focus leidt helaas al te vaak tot een zelfgenoegzaam op de borst kloppen dat het nu toch allemaal beter is.

Meer lezen:

Christian Caryl, ‘A poor imitation of Alan Turing’, The New York Review of Books Blog, 19/12/2014.

Matt Cook red., A gay history of Britain. Love and sex between men since the Middle Ages, Oxford, 2007.

Andrew Hodges, Alan Turing: The Enigma, Londen, 1983.

Elwin Hofman is als aspirant van het FWO-Vlaanderen verbonden aan de onderzoeksgroep Cultuurgeschiedenis vanaf 1750. Hij doet onderzoek naar het ontstaan van een moderne zelfopvatting bij moordenaars, prostituees en sodomieten in de Zuidelijke Nederlanden in de late achttiende eeuw.

Enkel ticketje naar Canada

In het midden van de negentiende eeuw was Vlaanderen een arme, overbevolkte regio met weinig toekomstperspectieven. Van landbouw viel er nauwelijks te leven, de huisnijverheid was in elkaar gestort en in de steden krioelde het van mensen die tevergeefs werk zochten in de textielindustrie. Wie kon en durfde, vertrok – naar Frankrijk, naar de Verenigde Staten, of naar elders. Maar ook emigreren kostte geld, geld dat de meerderheid van de bevolking niet had. Sommigen, zoals de West-Vlaamse Leon Cool in Canada, vroegen zich af waarom de Belgische staat zijn onderdanen niet te hulp kwam. Een actief emigratiebeleid, was dat geen oplossing voor alle problemen?

Een Belgisch emigratiebeleid

SaartjeVandenBorre-Canada-EmpressSteamerIn Canada waren er alvast mogelijkheden voor Belgische landverhuizers, zo bezwoer Leon Cool in het najaar van 1862 in een brief aan de Brugse bisschop Jean-Baptiste Malou. Cool was afkomstig uit Koekelare en gemigreerd naar Montréal, waar hij aan de slag was als hovenier. Ondanks de afstand was hij zijn vaderland niet vergeten: in de Spectactor of London had hij gelezen over de miserabele toestand van de Vlaamse boerenbevolking. Enkel de landverhuizing kon zijn ongelukkige landgenoten redden! De reis was doodeenvoudig: de steamer deed er vanuit Liverpool slechts tien dagen over. Potentiële landverhuizers moesten er enkel voor zorgen op tijd te komen, liefst voor midden juni, zodat ze nog wat konden zaaien en planten. O ja, en wellicht was het ook beter dat de Belgische overheid hen een startbedrag van vijftig dollar meegaf, zodat de mensen zich bij hun aankomst van de noodzakelijke levensmiddelen konden voorzien.

Vijftig dollar, dat was het equivalent van driehonderd franken, zo gaf Cool nog even ter informatie mee. Een klein offer van de Belgische autoriteiten om de ernstige armoede in het koninkrijk te lenigen en de bevolkingsdruk te verlichten. Cool was overtuigd van de waarde van zijn plannen, en was teleurgesteld dat de heren politici die hij eerder al had aangeschreven weinig enthousiasme voor zijn voorstel aan de dag legden. ‘Daer was altijd iets te kort of te lang, tot zoo verre dat er mij een schreeft dat de zee te diep was, om naer Amerika over te varen’. Hij begreep dat zijn landgenoten werden afgeschrikt door verhalen van mislukte migratiepogingen, maar kon niet snappen waarom de Belgische autoriteiten de emigratie niet promootten en stimuleerden.

Eigenlijk had Cool in zijn eigen brief al het antwoord op die laatste vraag gegeven. Gestuurde emigratiepogingen waren een zware financiële verantwoordelijkheid, waarvoor de Belgische regering terugschrok. In de jaren 1830 en 1840 hadden in de Belgische beleidskringen inderdaad verschillende plannen voor een geplande overzeese emigratie gecirculeerd. Die zou in de eerste plaats de Belgische industrie van nieuwe afzetmarkten verzekeren en België als politieke macht affirmeren. Als gelukkige bijkomstigheid kon de bescheiden poging tot ‘kolonisatie’ ook een oplossing vormen voor de overbevolking. Maar na enkele mislukte pilootprojecten in Zuid- en Midden-Amerika, zag de Belgische regering af van verdere plannen in die richting. Tot het einde van de negentiende eeuw beperkte België zijn officiële emigratiebeleid tot het informeren van zijn onderdanen over de voor- en nadelen van mogelijke bestemmingen.

Een bestemming zonder allure

Het immigratiekantoor in Winipeg, de hoofdstad van de provincie Manitoba in Canada in 1907.
Het immigratiekantoor in Winipeg, de hoofdstad van de provincie Manitoba in Canada in 1907.

Behalve de financiële terughoudendheid van de bevolking en de autoriteiten, speelde ook Canada’s slechte reputatie een rol in de politieke onwil het voorstel van Cool te overwegen. Midden negentiende eeuw gold Canada namelijk niet als een ideale migratiebestemming. Het land werd verbeeld als  een onontwikkelde, eindeloze prairie vol woeste indianen en wilde dieren; met hete zomers, strenge winters en alle agrarische moeilijkheden die een dergelijk klimaat met zich meebracht. Dorpspastoors waarschuwden bovendien voor de gevaarlijke invloed van het protestantisme. De migratiestroom van België naar Canada was in het midden van de negentiende eeuw gering, en de Belgische overheid had weinig zin om daar verandering in te brengen.

Pas op het einde van de negentiende eeuw verbeterde de reputatie van Canada, onder andere door de inspanningen van de Canadese autoriteiten om buitenlandse landbouwers aan te trekken. Belgen waren graag geziene settlers die als ‘gemakkelijk te integreren’ golden. Landverhuizing naar Canada was echter minder evident dan naar de Verenigde Staten, die vanuit Antwerpen werden aangedaan door de Red Star Line. Pas in 1904 installeerde de Canadian-Pacific Steamship Company een rechtstreekse verbinding tussen de Scheldestad en de Canadese havens. Bij de Canadese volkstelling van 1931 verklaarden ruim 27.000 Canadese inwoners uit België afkomstig te zijn; het aantal Belgen dat tussen 1885 en 1985 naar Canada trok, wordt op zo’n 70.000 geschat.

Een voorstel met bijbedoelingen

SaartjeVandenBorre-Canada-AntwerpenVertrekEmigrantenVier pagina’s lang bezong Cool het Canadese paradijs als de oplossing van alle Belgische problemen. Uit vaderlandsliefde, zo beweerde hij, zou hij zich inzetten om zijn landgenoten te ontvangen bij hun aankomst; hij zou zorgen voor tenten en als ze dat wilden, zelfs al wat land bewerken zodat er meteen kon worden gezaaid en geplant. Een nobele daad, al had Cool wel enige bijbedoelingen. In ruil voor zijn ruimhartigheid deelde hij de bisschop mee dat hij bij een selectie van potentiële landverhuizers ‘den voorkeur aen mijne bloedverwanten of aen deze van mijne vrouw’ gaf. Cool hoopte kennelijk vooral zijn eigen familie op kosten van de Belgische staat in Canada te verwelkomen.

Bisschop Malou las de brief van Cool aandachtig. Maar net zoals de andere hoogwaardigheidsbekleders die de hovenier uit Montréal had aangeschreven, deed hij er weinig mee. In zijn antwoord beweerde hij niet dat de zee te diep was of de onderneming onmogelijk: de landverhuizing was simpelweg niet nodig. De Spectator of London had waarschijnlijk de mistoestanden in Gent in gedachten toen het verslag uitbracht over sociaal-economische situatie in Vlaanderen. Maar de Gentse textielarbeiders vormden bezwaarlijk landbouwers, en kwamen dus niet in aanmerking voor landverhuizing. Op het Vlaamse platteland daarentegen was alles peis en vree, zo stelde de Brugse bisschop de hovenier uit Montréal gerust.

De familie Cool uit Koekelare zou een andere manier moeten vinden om naar Canada te migreren.

Meer lezen:

Marc Journée, ‘De Canadese uitdaging, 1888-1952’, in: Andreas Stynen (red.), Boer vindt land. Antwerpen-Leuven, 2014, pp. 148-163.

Cornelius J. Jaenen, ‘The implantation of Belgian Immigrants in Western Canada’, in: Canadian Ethnic Studies/Études ethniques au Canada 43 (2011) 1-2, pp. 237-251.

Serge Jaumain, ‘De Belgen in Canada: in de watten gelegde inwijkelingen’, in Anne Morelli (red.), Belgische emigranten. Oorlogsvluchtelingen, economische migranten en politieke vluchtelingen uit onze streden van de 16de eeuw tot vandaag. Brussel, 1998, pp. 108-122.

Saartje Vanden Borre is als postdoctoraal onderzoeker verbonden aan de onderzoeksgroep Cultuurgeschiedenis vanaf 1750. Ze publiceerde over het sociaal-culturele leven en de integratie van Belgische migranten in Noord-Frankrijk in de tweede helft van de negentiende eeuw. Momenteel werkt ze aan een geschiedenis van Kulak.

2015

VuurwerkDenHaagVredeAken1749

In 2015 is het 100 jaar geleden dat de controversiële racistische film The Birth of a Nation in première ging en de tegenstellingen tussen zwarten en blanken in de VS scherp stelde.

In 2015 is het 200 jaar geleden dat het Congres van Wenen een slot kende en de nationale grenzen in Europa  na overleg tussen alle Europese machten, inclusief Rusland, vastgelegd werden.

In 2015 is het 300 jaar geleden dat Lodewijk XIV na een regering van 72 jaar stierf. Daarmee is hij nog steeds de langst heersende Europese soeverein.

Cultuurgeschiedenis.be wenst u een zalig jaar vol historische verwondering.

Afbeelding: In 2015 is het 266 jaar geleden dat Jan Caspar Philips het bovenstaande vuurwerk in Den Haag ter gelegenheid van de Vrede van Aken tekende. De gravure wordt bewaard in het Rijksmuseum in Amsterdam.